17 oktober 2025 - door Tina Rubbrecht
Op 16 oktober 2025 stelde de Europese Commissie haar "Routekaart voor Defensieparaadheid 2030" voor. Dit bevat een duidelijk investerings- en stappenplan dat de Commissie volgende week wil voorleggen aan de Europese lidstaten om nieuwe gezamenlijke defensieprojecten op te zetten. “Al tegen eind 2027 moeten de Europese landen 40 procent van hun defensie-uitgaven via gezamenlijke aankopen doen.”
De Commissie stelt vier grote Europese defensieprojecten voor:
Europees verdedigingssysteem incl. een “dronemuur” die tegen eind 2027 operationeel moet zijn
Verdedigingssysteem voor Oost-Europa (“Eastern Flank Watch”)
Europees lucht- en ruimteschild
In haar State of the Union kondigde Commissievoorzitter Von der Leyen een "Routekaart voor Defensieparaadheid 2030" aan. Dit stappenplan bouwt verder op het eerder dit jaar gepubliceerde defensiewitboek over de toekomst van Europese defensie. Het uitgangspunt? In tijden van Russische drone- en hybride aanvallen moet Europa tegen 2030 zelf instaan voor zijn verdediging tegen externe bedreigingen of agressie.
Op vraag van de lidstaten werkte de Commissie duidelijke doelstellingen, mijlpalen en concrete deadlines uit om onze Europese defensiecapaciteitstekorten aan te pakken en defensie-investeringen in alle lidstaten te versnellen. Zo wil de Commissie richting geven aan een volledig paraat Europa tegen 2030. Dat betekent dat de strijdkrachten van de lidstaten crisissen tijdig kunnen inschatten, zich erop kunnen voorbereiden en er gepast op kunnen reageren – ook bij grootschalige conflicten. Europa moet daarom nu al afspraken maken over projecten, investeringen en contracten om klaar te zijn tegen 2030.
De lidstaten moeten vooral meer gezamenlijk aankopen doen en vermijden dat versnipperde nationale initiatieven de slagkracht verzwakken. De Commissie neemt daarbij een ondersteunende rol op als facilitator, maar benadrukt dat de lidstaten soeverein zijn en blijven op het vlak van nationale veiligheid en defensie - en dus zelf de beslissingen nemen.
De recente bedreigingen tonen aan dat Europa kwetsbaar is. We moeten elke burger en elke vierkante centimeter van ons grondgebied beschermen. Europa moet daarbij eensgezind, solidair en vastberaden optreden. Deze Routekaart voor Defensie biedt een duidelijk plan met gezamenlijke doelen en concrete stappen richting 2030. Want alleen wat wordt gemeten, wordt ook uitgevoerd.
- Commissievoorzitter Ursula von der Leyen
Doelstellingen
Lidstaten moeten tegen 2030 gezamenlijk de bestaande capaciteitstekorten wegwerken. Dit gaat over meer samenwerking voor de negen kritieke capaciteitsgebieden, namelijk lucht- en raketverdediging, militaire mobiliteit, artilleriesystemen, cyber-, AI- en elektronische oorlogsvoering, munitie en raketten, drones & anti-dronesystemen, land- en luchtmacht en strategische ondersteuning (o.a. inlichtingen en logistiek).
Het aandeel van gezamenlijke aankopen moet minstens toenemen tot de eerder afgesproken 35%, waarvan minstens 55% van de totale defensie-investeringen afkomstig moet zijn van de Europese Defensietechnologische en Industriële Basis (EDTIB).
Concrete mijlpalen
Oprichting van zogenaamde “capaciteitscoalities” in alle prioritaire domeinen, met aanduiding van leiders en co-leiders en de uitwerking van uitvoeringsplannen tot 2030 – tegen het eerste kwartaal van 2026.
Verzamelen van eerste gegevens over de Europese industriële defensiecapaciteit in de prioritaire domeinen, met ondersteuning van de Commissie waar nodig – tegen midden 2026.
Opstart van projecten in alle prioritaire domeinen - in de eerste helft van 2026.
Europese landen moeten minstens 40% van hun defensie-uitgaven via gezamenlijke aankopen doen – tegen eind 2027.
Zorgen dat projecten, contracten en financiering op punt staan om de belangrijkste capaciteitstekorten in de prioritaire domeinen weg te werken – tegen eind 2028.
Ontvangen van alle aankopen gefinancierd via SAFE – tegen eind 2030.
Door vier prioritaire projecten moet Europa zich beter kunnen verdedigen op land, lucht, zee, cyber en ruimte en tegelijk bijdragen aan de NAVO-capaciteitsdoelstellingen. Doel is om onze Europese defensie-industrie te versterken, productie te versnellen en lange termijn steun aan Oekraïne te verzekeren.
Europees verdedigingssysteem tegen drones: “European Drone Defence Initiative”, inclusief een “dronemuur”
Verdedigingssysteem voor Oost-Europa (“Eastern Flank Watch”)
Europees luchtschild
Europees ruimteschild
Het European Drone Defence Initiative wordt ontwikkeld met een 360°-aanpak: een gelaagd, technologisch geavanceerd systeem met interoperabele anti-dronecapaciteiten voor detectie, opvolging en neutralisatie. Daarnaast omvat het ook mogelijkheden om gronddoelen te raken met behulp van dronetechnologie voor precisieaanvallen. De anti-dronecapaciteit moet volledig interoperabel en onderling verbonden zijn tussen de lidstaten, zodat Europa samen met de NAVO over een gedeeld situationeel bewustzijn beschikt en gezamenlijk onze kritieke infrastructuur kan beveiligen.
Het anti-drone-netwerk wordt aanpasbaar voor civiel-militair gebruik (dual-use). Het helpt ook bij niet-defensiebedreigingen en andere gevaren die voor alle EU-grenzen gelden. Denk aan grensbescherming, de bewapening van migratie, beveiliging van kritieke infrastructuur en grensoverschrijdende georganiseerde misdaad.
De Commissie stelt ook voor om een drone-alliantie met Oekraïne op te richten. Europa kan leren uit hun ervaring met drones, gekoppeld aan militaire tech-innovatie en productie.
“Drones veranderen nu al de oorlogsvoering. Verdediging tegen drones is niet langer optioneel voor wie dan ook. Vandaag stellen we een nieuw anti-dronesysteem voor dat volledig operationeel moet zijn tegen eind 2027. Dat gebeurt uiteraard in nauwe samenwerking met de NAVO.” - Hoge EU Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Kaja Kallas
Tijdlijn:
Lancering: eerste kwartaal 2026
De eerste capaciteit voor het Drone Defence Initiative moet tegen eind 2026 bereikt zijn
Het droneproject moet volledig operationeel zijn tegen eind 2027
De Commissie wil een hypermodern bewakingssysteem aan de oostgrens van de EU uitbouwen.
“De Eastern Flank Watch bundelt alle nodige middelen om het oostelijke deel van Europa te verdedigen: sensoren, anti-dronesystemen, maar ook grondverdediging, luchtverdediging, maritieme middelen en grensbeheer.” - EU Hoge Vertegenwoordiger Kaja Kallas
Tijdlijn:
Lancering: eerste kwartaal 2026
De eerste capaciteit voor de Eastern Flank Watch moet tegen eind 2026 bereikt zijn
De Eastern Flank Watch moet tegen eind 2028 functioneel zijn
Een Europees luchtschild moet het volledige lucht- en raketafweerspectrum dekken en volledig interoperabel zijn met het NAVO-systeem.
Tijdlijn
Lancering: tweede kwartaal 2026
De werkprogramma’s van het Europees Defensiefonds (EDF) en het Europees Defensie-industrie Programma (EDIP) geven prioriteit aan acties rond lucht- en raketverdediging – tegen eind 2026
Een EU-ruimteschild moet onze Europese satelliet- en ruimtevaartdiensten beschermen tegen toenemende dreigingen, volledig geïntegreerd in de NAVO.
Het initiatief vult de Europese dual use-ruimtecapaciteiten aan, aangeboden aan alle lidstaten via o.a. e Galileo Public Regulated Service, geo-inlichtingen via de Earth Observation Governmental Service en beveiligde communicatie via IRIS².
Tijdlijn
Acties rond ruimte, IRIS², EDF en EDIP krijgen prioriteit in de werkprogramma’s, in een gecoördineerde aanpak met de lidstaten ter ondersteuning van hun aankoopplannen (SAFE) – vanaf 2026
Lancering: tweede kwartaal 2026
Lidstaten worden aangemoedigd om onderling zogenaamde “capaciteitscoalities” te vormen voor meer gezamenlijke ontwikkeling en aanbesteding. Dit gaat over meer samenwerking om tekorten in de negen kritieke capaciteitsgebieden aan te pakken zoals lucht- en raketverdediging, militaire mobiliteit, munitie en rakketten, cyber oorlogsvoering, etc.
Gezien de urgentie van de situatie, vraagt de Commissie om leiders en co-leiders van deze vrijwillige allianties aan te duiden en de bijhorende uitvoeringsplannen tot 2030 uit te werken, die tegen het eerste kwartaal van 2026 klaar moeten zijn. De interesse van de lidstaten (en Oekraïne) hiervoor is groot, er participeren soms meer dan 10 of 20 landen. Ook België speelt, samen met Duitsland en Nederland, een leidende rol in de coalitie voor militaire mobiliteit. Onze strategische havens vormen daarbij een belangrijke schakel voor het vervoer van troepen en materieel. Andere coalities die belangrijk voor België kunnen zijn: drones, munitie en luchtafweer. Onder leiding van de lidstaten zal het Europees Defensieagentschap (EDA) een centrale rol spelen bij het ondersteunen van het coalitieproces. De Europese Commissie zal zorgen voor de koppeling tussen de coalities en EU-financieringsinstrumenten en beleidslijnen.
Meer gezamenlijke investeringen in defensie zijn een sleutelfactor voor paraatheid. Door vraagbundeling en schaalvoordelen kan de Europese defensie-industrie haar productiecapaciteit vergroten en de interoperabiliteit versterken. De verdere ontwikkeling van deze strategische sector draagt ook bij aan jobcreatie en onze Europese competitiviteit. Dit biedt kansen voor Europese en dus ook voor Vlaamse bedrijven en kmo’s.
Om de bestaande tekorten weg te werken, heeft de EU een defensie-industrie nodig die snel en op grote schaal kan leveren wat de lidstaten nodig hebben. Innovatie moet daarbij ten volle worden benut, ondersteund door programma’s zoals het toekomstige Concurrentiefonds en Horizon Europe. De EU kijkt ook naar oplossingen en innovatieve successen uit Oekraïne en het gebruik van Artificial Intelligence. Tegelijk moet de veerkracht van de toeleveringsketens worden versterkt, onder meer door de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen en andere kritieke materialen te verminderen.
Een vereenvoudigde en geïntegreerde Europese markt voor defensiematerieel is van cruciaal belang om de productie op te schalen, schaalvoordelen te realiseren en innovatie te stimuleren. Het doel is tegen 2030 een echte EU-brede markt tot stand te brengen met geharmoniseerde regels die de industrie in staat stellen snel en op grote schaal resultaten te boeken. Het omnibuspakket voor defensie stelde al oplossingen voor. De Commissie zal de industriële capaciteit volgen — te beginnen met lucht- en raketverdediging, drones en ruimtesystemen — om ervoor te zorgen dat Europa in zijn meest dringende behoeften kan voorzien.
Belangrijke mijlpalen:
Volgende maand wil de Europese Commissie een Routekaart voor de Hervorming van de Europese Defensie voorstellen. Dit plan zal nieuwe manieren aanreiken om innovatie binnen de defensie-industrie te stimuleren, ook bij scale-ups en kmo’s.
De Europese Commissie beschouwt militaire mobiliteit (o.a. infrastructuur en buitenlands troepentransport) als een essentieel onderdeel van de Europese veiligheid en defensie. Daarom zal ze tegen het einde van dit jaar een nieuw pakket hierover voorstellen, dat ze binnen een jaar goedgekeurd wil zien.
Oprichting van “tech coalities voor defensie” tegen het einde van het jaar om technologische vernieuwers te verbinden met de defensiesector in de lidstaten en zo de cruciale capaciteitstekorten aan te pakken.
De Europese Commissie zal de strategische dialoog met de industrie uitbreiden en tegen midden 2026 de eerste jaarlijkse Top van de Defensie-industrie organiseren.
Bijscholing van 200.000 werknemers voor de defensie-industrie tegen 2026.
Elk jaar zullen de Europese Commissie en de Hoge EU Vertegenwoordiger een jaarlijks verslag over de paraatheid van de defensie presenteren aan de Europese Raad van oktober. Dat verslag moet de lidstaten in staat stellen om de gezamenlijke vooruitgang te beoordelen en strategische richtlijnen te geven aan de defensieministers.
De routekaart is in lijn met het ReArm Europe Plan/Readiness 2030, een belangrijke stimulans voor publieke en private investeringen. De routekaart verwijst naar bestaande financieringsinstrumenten, zoals het Europees Defensiefonds (EDF) en in het bijzonder het nieuwe Europees instrument "SAFE" (Security Action for Europe). Dit biedt 19 participerende lidstaten toegang tot 150 miljard euro aan leningen voor gezamenlijke defensie-investeringen. Ook België neemt deel aan dit programma. Minstens 50% van het SAFE-instrument moet tegen het derde kwartaal van 2028 worden uitbetaald.
Daarnaast kunnen de lidstaten en regio’s, na de tussentijdse evaluatie van de cohesiebeleidsinstrumenten, cohesiemiddelen heroriënteren naar defensiegerelateerde investeringen, waaronder militaire mobiliteit. Deze week bereikten de Raad en het Parlement ook een politiek akkoord over het EDIP-programma (Programma voor de Europese Defensie-industrie) ter waarde van 1,5 miljard euro voor 2025-2027. Verder kijkt de EU naar het volgende Meerjarig Financieel Kader voor 2028–2034 dat meer nadruk legt op defensie en ruimtevaart via het Europees Concurrentiefonds en Horizon Europe.
De Europese Commissie stelt wel voor om, samen met de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds, tegen het eerste kwartaal van 2026 een fonds van maximaal 1 miljard euro op te richten om de snelle groei van defensiegerelateerde bedrijven en projecten te ondersteunen.
Wouter Beke (cd&v, Europees Parlementslid):
“De EU zal tegen 2027 40% van alle defensie-aankopen gezamenlijk laten gebeuren, en meer dan de helft daarvan bij Europese bedrijven. Zo versterken we niet alleen onze defensieve slagkracht, maar ook onze eigen industriële basis, iets waar ook Vlaamse en Belgische bedrijven volop kunnen aan bijdragen.”
“We moeten de defensie-uitgaven gezamenlijk Europees doen om de defensiebudgetten zo efficiënt mogelijk uit te geven en zo slagkrachtig mogelijk te zijn Het is goed nieuws dat defensie stilaan evolueert van een louter nationale verantwoordelijkheid naar een echte Europese aanpak.”
De staatshoofden en regeringsleiders zullen zich volgende week op de Europese top over deze routekaart buigen.
De Europese Commissie wil dat de Europese Raad de vier voorgestelde defensieprojecten tegen eind 2025 als prioriteit goedkeurt. De eerste twee initiatieven zouden in het eerste kwartaal van 2026 van start gaan, de andere twee in het tweede kwartaal.
Commissie communicatie en factsheet - Routekaart voor defensieparaatheid 2030