25 september 2025 - door Kristof Vlaeminck
Op 16 juli 2025 stelde de Europese Commissie haar voorstel voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader voor. Met een budget van 2.000 miljard euro wil Europa sterker, weerbaarder en toekomstgericht investeren. In deze reeks belichten we telkens één onderdeel en analyseren we de mogelijke impact voor Vlaanderen.
Vandaag: Horizon Europe (2028-2034).
In haar voorstel trekt de Commissie het budget voor Horizon Europe aanzienlijk op, tot maar liefst 175 miljard euro voor de komende meerjarenbegroting.
De nadruk van het programma ligt op eenvoudigere toegang, gerichte strategische investeringen en versterkte samenwerking voor onderzoek en innovatie binnen Europa.
Horizon Europe staat los van het Europees competititeitsfonds (European Competitiveness Fund – ECF), maar waar mogelijk zal er wel gezocht worden naar synergieën.
Als je vertrouwd bent met het huidige Horizon Europe, zal je je weg snel terugvinden in de nieuwe versie. Horizon Europa 2028–2034 is opgebouwd rond vier hoofdpijlers:
Wetenschappelijke excellentie
Concurrentievermogen en samenleving
Innovatie
Europese Onderzoeksruimte
Deze vier pijler-structuur komt in grote mate overeen met de huidige structuur van Horizon Europe. Het belangrijkste verschil in het voorstel van de Commissie is dat het budget voor Horizon Europe bijna verdubbelt tot €175 miljard voor de periode 2028–2034. De financiering wordt echter niet gelijk verdeeld over alle pijlers. Zo zal de steun voor de pijler Innovatie verdrievoudigen, terwijl de middelen voor samenwerkingsonderzoek (pijler Concurrentievermogen en samenleving) slechts met ongeveer de helft toenemen.
Opvallende verliezers in het voorstel zijn onder andere het European Institute of Innovation and Technology (EIT), dat volledig ontbreekt, en de huidige vijf Horizon Europe-missies, die volgens het voorstel slechts financiering krijgen tot 2030.
Opmerkelijk is dat de Europese Commissie er deze keer voor kiest om de naam van het programma te behouden. Dit was in het verleden niet het geval.
Met het voorstel voor Horizon Europe wil de Commissie onderzoek en innovatie centraal zetten in haar economische en industriële beleid. Het Europees competiviteitsfonds (European Competitiveness Fund – ECF), waarvoor 589,6 miljard euro is uitgetrokken in het Commissievoorstel, staat los van Horizon Europe. Beide programma’s zullen wel op elkaar afgestemd worden met synergieën waar mogelijk.
De Commissie wijst op urgente uitdagingen zoals klimaatverandering, geopolitieke spanningen en technologische disruptie. Investeren in innovatie is daarbij van cruciaal belang. Horizon Europe wordt hiervoor gepositioneerd als een essentieel beleidsinstrument om:
Europese concurrentiekracht en strategische autonomie te versterken;
maatschappelijke en ecologische uitdagingen aan te pakken;
publieke en private investeringen in innovatie op te schalen.
Het voorstel sluit nauw aan bij de aanbevelingen uit het Draghi-rapport over concurrentievermogen en het Letta-rapport over de toekomst van de interne markt, evenals de tussentijdse evaluatie van het vorige Horizon-programma.
Vereenvoudiging en versnelling: minder bureaucratie, snellere procedures en bredere toegang, ook voor kmo’s.
Minder beschrijvende en kortere werkprogramma’s.
Standaard zullen de projectoproepen openstaan voor ideeën (meer ‘open’ oproepen), in plaats van strikt voorgeschreven projectoproepen waaraan voorstellen moeten voldoen.
Continuïteit en verdere vereenvoudiging van het financieringslandschap.
Meer gebruik van vereenvoudigde kostenrapportering (lump sum)
Versterkte synergieën met onder andere het nieuwe Europees competiviteitsfonds.
Focus op strategische ‘moonshot’-projecten, zoals quantumcomputing, klimaatmodellen, AI van de volgende generatie en fusie-energie.
Stimuleren van onderzoekscarrières en wetenschappelijke excellentie, onder meer via de uitbreiding van de Europese Onderzoeksraad (ERC) en de Marie Skłodowska-Curie Acties (MSCA).
Meer coherentie en complementariteit met andere EU-instrumenten (zoals Erasmus+, InvestEU en de defensie- en ruimtevaartprogramma’s).
Pijler I is gericht op het versterken van de wetenschappelijke basis van de EU, het aantrekken van toptalent, het bevorderen van excellent onderzoek in Europa en het leveren van de beste wetenschap. Uitmuntend onderzoek en mobiliteit vormen de kern van Europa's ambitie om de beste plaats ter wereld te zijn om onderzoek te doen: “Choose Europe”.
European Research Council (ERC): De ERC zal worden uitgebreid om beter in staat te zijn grensverleggend onderzoek te ondersteunen, met de nadruk op de financiering van toponderzoekers en hun teams.
Marie Skłodowska-Curie Actions (MSCA): De MSCA zal onderzoeksopleiding en loopbaanontwikkeling blijven ondersteunen.
Wetenschap voor EU-beleid: niet-nucleaire activiteiten van het Joint Research Centre (JRC).
In de tweede pijler staat onderzoek en innovatie in samenwerkingsverband centraal. Dit moet helpen om mondiale maatschappelijke uitdagingen aan te pakken én het concurrentievermogen van de EU te versterken. Deze pijler zal het nauwst verbonden zijn met het Europees competiviteitsfonds, wat zorgt voor een coherente ondersteuning gedurende het volledige investeringstraject.
Daarnaast komt er binnen het nieuwe Horizon Europa-programma een specifiek onderdeel dat zich richt op bottom-up onderzoek. De focus ligt hier op grote maatschappelijke thema’s zoals migratie, desinformatie, de bescherming en bevordering van de democratie, sociale en economische transformaties, inclusieve samenlevingen en sociale cohesie.
Partnerschappen en missies blijven een belangrijk instrument binnen het programma. Hiervoor zullen er synergieën gezocht worden met het ECF. Er wordt voorgesteld om hun werking en organisatie drastisch te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Deze partnerschappen kunnen verschillende vormen aannemen: met verschillende landen en partnerschappen tussen de publieke en private sector.
De pijler is onderverdeeld in een deel ‘Concurrentievermogen’ en een deel ‘Samenleving’.
Schone transitie en decarbonisatie van de industrie
Volksgezondheid, biotechnologie, landbouw en bio-economie
Digitaal leiderschap
Veerkracht en veiligheid, defensie-industrie en ruimtevaart
Onderzoeks- en innovatieactiviteiten in samenwerkingsverband, onderverdeeld in 3 thema’s:
Wereldwijde maatschappelijke uitdagingen
EU-missies
Nieuw Europees Bauhausfaciliteit
De derde pijler is gericht op het ondersteunen van innovatie in Europa, waarbij de nadruk ligt op het bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen. Deze pijler omvat:
De European Innovation Council (EIC)
Innovatie-ecosystemen en de kennisdriehoek, waaronder activiteiten ter bevordering van de integratie van de kennisdriehoek - hoger onderwijs, onderzoek en innovatie, en het bedrijfsleven - in de hele Unie.
Er zal nauwe samenwerking worden voorzien tussen collaboratief onderzoek binnen de tweede pijler en de ondersteuning voor start-ups en scale-ups binnen de derde pijler. Het doel is om de vraagzijde voor deze bedrijven te versterken door hen in contact te brengen met grote Europese ondernemingen. Daarnaast zullen innovatieve overheidsopdrachten op EU- en nationaal niveau worden vergemakkelijkt.
De vierde pijler richt zich op het versterken van een eengemaakte Europese onderzoeksruimte. De nadruk ligt op het bevorderen van excellentie, inclusiviteit en maatschappelijke impact. Deze pijler omvat volgende componenten:
Europese Onderzoeksruimte-beleid
Infrastructuur voor onderzoek en technologie
Verbreding van de deelname en verspreiding van excellentie
Vlaanderen heeft tot nu toe veel succes geboekt in alle Europese onderzoeks- en innovatieprogramma’s. Dat succes heeft niet alleen onze economie versterkt, maar ook het Vlaams onderzoek en innovatie een belangrijke impuls gegeven. Zo is de regio een aantrekkelijke plek voor onderzoek, ontwikkeling en samenwerking, wat tegelijk bijdraagt aan onze welvaart.
Als Vlaanderen dit elan weet vast te houden, zullen nog meer middelen onze kant uitkomen. Die extra investeringen versterken de onderzoeks- en innovatie-infrastructuur, waardoor Vlaanderen zijn positie als toonaangevende kennisregio behoudt. Dit komt de economie ten goede en verhoogt tegelijk de aantrekkingskracht voor internationaal talent en bedrijven.
“Voor Vlaanderen is het belangrijk om in te zetten op voldoende EU-middelen voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie binnen het toekomstig meerjarig financieel kader, met bijzondere aandacht voor opschaling van innovatie en gebaseerd op excellentiecriteria.” - Krachtlijnen van de Vlaamse Regering voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK) post-2027
“De EU legt met deze begroting duidelijk andere accenten dan in de vorige periode met defensie, migratie en innovatie als positieve verschuivingen.” - Europees Parlementslid en voorzitter van de Begrotingscommissie, Johan Van Overtveldt (N-VA)
Zowel de Raad als het Europees Parlement zullen het voorstel van de Europese Commissie bestuderen en hun opmerkingen formuleren. Hierna kunnen de trilogen opgestart worden. Verwacht wordt dat de Raad en het Parlement begin 2026 onderhandelingen starten om tot een definitieve tekst te komen.
De definitieve verordening voor de periode 2028–2034 kan pas worden aangenomen nadat er een akkoord is bereikt over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het streven is om dit proces uiterlijk tegen het einde van 2027 af te ronden, zodat het programma van start kan gaan op 1 januari 2028.
EU-Website: The 2028-2034 EU budget for a stronger Europe
Factsheets nieuw MFK, waaronder Horizon Europe
Commissievoorstel Horizon Europe (Engels)
Artikel WEWIS: Startschot 10de Europees Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie (KP10)
VLEVA artikel - eerste pakket voorstellen (16 juli): Nieuwe EU Meerjarenbegroting: Hoe Europa zijn toekomst wil vormgeven
VLEVA artikel - tweede pakket voorstellen (3 september): EU-begroting 2028-2034, deel 2
VLEVA blog: EU-begroting 2028-2034: Nationale en Regionale Partnerschapsplannen
VLEVA blog: Europees Concurrentiefonds: Europa’s nieuwe troefkaart