28 mei 2025 - door Hazel Tyssen
Op woensdag 21 april lanceerde de Europese Commissie haar vierde vereenvoudigingspakket. Deze keer ligt de focus op het verlagen van de administratieve lasten voor small midcaps (SMC’s).
De Commissie introduceert een nieuwe categorie voor snelgroeiende bedrijven die net boven de kmo-grens uitkomen en verlaagt hun administratieve lasten.
Het omnibus IV-pakket bevat twee luiken: 1) De uitbreiding van bestaande kmo-maatregelen naar small midcaps en 2) de digitalisering en betere afstemming van bepaalde productwetgeving.
Doel is binnen de interne markt een gunstig ondernemingsklimaat te creëren waarin kmo’s en small midcaps vlotter kunnen innoveren en groeien, met behoud van een sterke bescherming voor consumenten en het milieu.
De Europese Commissie houdt het tempo hoog in haar inspanningen om de regeldruk voor bedrijven te verlagen. Met een reeks omnibuspakketten wil ze overlappende, onnodige en onevenredige regels wegwerken die de concurrentiekracht van Europese bedrijven belemmeren. Tegen het einde van deze legislatuur streeft de Commissie naar een daling van de administratieve kosten met 25%, en zelfs met 35% specifiek voor kmo’s.
Op woensdag 21 april zette de Commissie een nieuwe stap richting vereenvoudiging met de lancering van het vierde omnibuspakket. Na eerdere pakketten rond duurzaamheidsrapportering, investeringen en landbouw, richt omnibus IV zich op small midcaps: snelgroeiende bedrijven die net boven de kmo-grens uitkomen en daardoor vaak met extra verplichtingen worden geconfronteerd.
De lancering van Omnibus IV viel samen met de presentatie van de nieuwe strategie voor de interne markt. Beide initiatieven versterken elkaar in hetzelfde doel: een eenvoudigere, soepelere en sterkere interne markt creëren waarin bedrijven optimaal kunnen opereren. Het Omnibus IV-pakket levert hierin een concrete bijdrage door de administratieve kosten voor small midcaps met 400 miljoen euro te verminderen. Zo ontstaat er meer ruimte en meer middelen voor bedrijven om te blijven groeien, investeren en hun concurrentiepositie te versterken.
Concreet bestaat het pakket uit twee onderdelen:
Een omnibus small midcaps: hierin worden bepaalde voordelen voor kmo’s uitgebreid naar small midcaps, aangevuld met bijkomende vereenvoudigingsmaatregelen.
Een omnibus productwetgeving: hierin worden papiervereisten afgeschaft en productwetgeving beter afgestemd via gemeenschappelijke specificaties.
🗣️ Stéphane Séjourné, EU vice-commissaris voor welvaart en industrie: “Regeldruk verminderen en regels vereenvoudigen betekent bedrijven de ruimte geven om te innoveren, te groeien en jobs te creëren. De Omnibus van vandaag is opnieuw een stap in die richting: ze breidt voordelen uit naar small midcap-bedrijven en zorgt ervoor dat wetgeving beter aansluit bij de realiteit op het terrein.”
Het eerste deel van het omnibus IV-pakket richt zich op de invoering van een nieuwe categorie: small midcaps. De Commissie wil hen laten meegenieten van voordelen die nu enkel voor kmo’s gelden.
Om dat mogelijk te maken, stelt de Commissie een advies op voor een formele definitie van small midcaps. Tegelijk dient ze een voorstel in voor een richtlijn en een verordening waarmee acht bestaande EU-wetten worden aangepast:
Verordening algemene gegevensbescherming (GDPR)
Verordening inzake bescherming tegen invoer met dumping
Verordening inzake bescherming tegen gesubsidieerde invoer
Richtlijn markten voor financiële instrumenten
Prospectusverordening
Batterijenverordening
Richtlijn inzake de weerbaarheid van kritieke entiteiten
Verordening gefluoreerde broeikasgassen
Wanneer een kmo groeit en meer dan 250 werknemers telt, valt ze onder de strengere regels voor grote ondernemingen. Dat zorgt vaak voor een plotse stijging van verplichtingen en kosten, het zogenaamde cliff-edge effect. Om die overgang te verzachten, voert de Commissie een nieuwe categorie in: small midcaps (SMC’s).
Dat zijn bedrijven met 250 tot 749 werknemers en een jaaromzet tot 150 miljoen euro of een balanstotaal tot 129 miljoen euro. In de EU zijn er naar schatting 38.000 van zulke bedrijven. Zij krijgen nu voor het eerst toegang tot bepaalde voordelen en vereenvoudigde regels die tot nu toe enkel voor kmo’s golden.
Onder de GDPR moeten organisaties die persoonsgegevens verwerken, bijhouden wat ze precies met die gegevens doen in een register. Voor kmo’s geldt al een uitzondering op die verplichting.
Het nieuwe voorstel:
breidt de uitzondering uit naar small midcaps.
stelt als voorwaarde dat kmo’s en small midcaps enkel een register moeten bijhouden als hun gegevensverwerking een hoog risico inhoudt voor de privacy van betrokkenen.
wil gedragscodes en certificeringsmechanismen ook beter afstemmen op de specifieke noden van small midcaps.
Zo verlaagt de Commissie de administratieve last, zonder in te boeten op gegevensbescherming.
Het EU handelsbeschermingssysteem geeft de EU de mogelijkheid om dumping of gesubsidieerde import te onderzoeken en aan te pakken, en zo een gelijk speelveld in de interne markt te herstellen.
Het nieuwe voorstel zorgt ervoor dat:
small midcaps ook toegang krijgen tot een helpdesk met informatie over handelsbescherming, bijvoorbeeld over procedures of het indienen van klachten
Kmo’s en small midcaps makkelijker gegevens kunnen aanleveren in onderzoeken, doordat de onderzoekperiodes worden afgestemd op hun boekjaar.
Beurzen die erkend willen worden als groeimarkten voor kmo’s (SME growth markets), moeten aantonen dat ze een voldoende aantal kleine bedrijven noteren. Dankzij het nieuwe voorstel mogen ze voortaan ook small midcaps meerekenen om aan die voorwaarde te voldoen. Zo krijgen ook deze groeiende bedrijven makkelijker toegang tot kapitaalmarkten.
Een prospectus is een juridisch document dat bedrijven uitgeven aan potentiële investeerders wanneer ze effecten (zoals aandelen of obligaties) op de markt brengen. Naast informatie over de effecten zelf, bevat het prospectus ook uitgebreide gegevens over het bedrijf.
Voor kmo’s voorziet de regelgeving in een vereenvoudigd regime met minder complexe eisen voor het opstellen van een prospectus, het zogenaamde EU-groeiprospectus. Het nieuwe voorstel breidt het gebruik hiervan uit naar small midcaps. Zo kunnen ook zij hun beursnoteringskosten verlagen en gemakkelijker investeerders aantrekken. De nieuwe regels gelden vanaf 5 maart 2026.
De verplichtingen rond due diligence voor bedrijven die batterijen op de EU-markt brengen of in gebruik nemen, zouden normaal ingaan op 18 augustus 2025.
Het nieuwe voorstel van de Commissie bevat drie belangrijke wijzigingen:
Bepaalde verplichtingen rond due diligence voor batterijen gelden ook niet voor small midcaps.
De toepassing van de verplichtingen wordt uitgesteld met twee jaar, tot 2027. (Apart voorstel voor een verordening)
Alle bedrijven moeten hun due diligence-beleid om de drie jaar evalueren en publiceren, in plaats van jaarlijks.
Lidstaten moeten in hun nationale strategie voor kritieke infrastructuur voortaan niet alleen rekening houden met kmo’s, maar ook met small midcaps. Als er al maatregelen bestaan om deze bedrijven te ondersteunen, moeten die expliciet worden opgenomen. Zo wil de Commissie zorgen voor meer erkenning en ondersteuning van small midcaps in sectoren die van vitaal belang zijn voor de samenleving.
De F-gasverordening, die in 2024 in werking trad, breidde de registratieplicht in het F-gasportaal uit naar alle invoer en uitvoer van producten met F-gassen.
Het nieuwe voorstel beperkt die verplichting tot alleen invoer waarvoor ook een meldingsplicht geldt, en alleen uitvoer die valt onder beperkingen op het aardopwarmingspotentieel van F-gassen. Deze aanpassing sluit aan bij eerdere evaluaties van de Commissie en moet vooral kmo’s en small midcaps ten goede komen.
Het tweede deel van het omnibus IV-pakket bevat bredere vereenvoudigingen om bedrijven te helpen aan EU-regels te voldoen. Ook dit gebeurt via een voorstel voor een richtlijn en een verordening, waarmee bestaande wetgeving wordt aanpast.
Het EU-competitiviteitskompas is duidelijk: digitalisering en vereenvoudiging moeten hand in hand gaan om de rapporteringslast voor bedrijven te verlagen. De sleutel ligt in een data-gedreven interne markt, waar informatie digitaal en in realtime gedeeld wordt. Die ambitie komt ook terug in het hoofdstuk digitalisering van de nieuwe interne marktstrategie.
Omnibus IV bouwt daarop voort. Het bevestigt initiatieven zoals de European Business Wallet en het digitaal productpaspoort, maar pakt tegelijk ook een ander pijnpunt aan: veel EU-wetgeving verplicht bedrijven nog om papieren documenten te voorzien. Die verouderde verplichtingen worden nu geschrapt in een brede reeks productregels.
Concreet gaat het om:
de digitalisering van de EU-conformiteitsverklaring,
de mogelijkheid om gebruiksaanwijzingen digitaal aan te bieden,
en het toevoegen van digitale contactpunten op producten.
De maatregelen gelden voor volgende sectoren: lawaai-uitstotend materieel, drukapparatuur, gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, pleziervaartuigen, eenvoudige drukvaten, elektromagnetische compatibiliteit, weeg- en meetinstrumenten, liften, ATEX, laagspanningsapparatuur, radioapparatuur, maritieme uitrusting, kabelbanen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gastoestellen, machines, batterijen en ecodesign.
Zo zet de Commissie opnieuw een stap richting een papierarme en digitale interne markt.
Geharmoniseerde EU-wetgeving legt essentiële vereisten op voor producten die vrij mogen circuleren binnen de interne markt. Bedrijven tonen meestal aan dat hun product aan die regels voldoet door een geharmoniseerde norm toe te passen. Zo’n norm geeft automatisch het vermoeden van conformiteit: het product wordt geacht wettelijk in orde te zijn.
Maar als zo een norm er niet (tijdig) is, valt dat voordeel weg, en moeten bedrijven op zoek naar andere, vaak dure en complexe manieren om aan te tonen dat ze aan de regels voldoen.
Bedrijven hebben dus nood aan meer rechtszekerheid in zulke situaties. Sommige EU-wetten bieden die al via zogeheten gemeenschappelijke specificaties: technische vereisten die door de Commissie worden vastgesteld.
Met het nieuwe voorstel wordt dit alternatief nu uitgebreid naar alle relevante productwetgeving. Zo kunnen bedrijven op een uniforme en duidelijke manier hun naleving aantonen, ook zonder beschikbare geharmoniseerde norm. Dat bespaart kosten, biedt rechtszekerheid en versterkt de concurrentiekracht op de interne markt.
Het omnibus IV-pakket bestaat uit meerdere wetsvoorstellen. Die gaan nu naar het Europees Parlement en de Raad. Zij bespreken de voorstellen, keuren ze goed of passen ze aan. Daarna volgen onderhandelingen tussen de instellingen (de zogeheten trilogen) om een voorlopig politiek akkoord te bereiken. Pas na formele goedkeuring door Parlement en Raad, kan het pakket worden gepubliceerd in het EU-Publicatieblad en in werking treden.
Het volgende omnibuspakket staat gepland voor juni 2025 en zal zich toespitsen op defensie. In juli volgt een omnibus voor de chemische industrie en in het najaar een digitaal pakket.
De Europese Commissie nodigt alle belanghebbenden uit om feedback te geven op de aangenomen voorstellen:
De feedbackperiode loopt voorlopig tot 23 juli, maar wordt automatisch verlengd zolang het voorstel nog niet in alle officiële EU-talen beschikbaar is.
Op 29 januari 2025 publiceerde de Europese Commissie het EU-competitiviteitskompas, met als doel het concurrentievermogen van Europese bedrijven te versterken. Een van de centrale horizontale randvoorwaarden daarvoor is administratieve vereenvoudiging.
Die prioriteit komt duidelijk ook naar voren in het commissiewerkprogramma 2025. Hierin loopt de administratieve lastenvermindering voor bedrijven als rode draad. Concreet vertaald zich dat in de aankondiging van verschillende omnibuspakketten die regelgeving moeten stroomlijnen en vereenvoudigen.