Interim evaluatie van Horizon Europe door expertengroep

16 oktober 2024 - door Kristof Vlaeminck

Een groep experten aangesteld door de Europese Commissie heeft een interimrapport gepubliceerd gebaseerd op de voorlopige bevindingen en gegevens van Horizon Europe en de bevindingen en conclusies van de ex-post evaluatie van het Horizon 2020 programma.

  • Het rapport ‘Align, Act, Accelerate’ werd geschreven onder leiding van Manuel Haitor, een voormalig Portugees minister van Wetenschap, Technology en Hoger Onderwijs. Van de 14 deskundigen is er ook een Vlaming, Professor Conny Aerts verbonden aan de KU Leuven.

  • Het meest in het oog springende voorstel is de vraag om een hoger budget voor het volgende Kaderprogramma. Er wordt ten minste 220 miljard euro gevraagd, tegenover 95,5 miljard euro voor Horizon Europe.

  • Het rapport is niet zozeer een terugblik op het verleden, maar moet eerder gezien worden als een vooruitblik naar de toekomst. Veel van de aanbevelingen zullen hun weerklank vinden in het volgende kaderprogramma.

Wat is het rapport ‘Align, Act, Accelerate’?

Align, Act, Accelerate’ is een onafhankelijke expertenverslag dat strategische aanbevelingen bevat om de impact van EU-programma's voor onderzoek en innovatie in de toekomst te maximaliseren. Het is voornamelijk gebaseerd op de voorlopige bevindingen en gegevens over Horizon Europa en de bevindingen en conclusies van de ex-post evaluatie van het Horizon 2020 programma. Het pleit ervoor dat Europa vier kritieke en onderling afhankelijke kerngebieden aanpakt:

  1. Bevorderen en versterken van competitieve excellentie in wetenschap en innovatie.

  2. Het industriële concurrentievermogen bevorderen door middel van strategische onderzoeks- en innovatie-initiatieven.

  3. Maatschappelijke transformaties bevorderen door maatschappelijke uitdagingen aan te pakken aan de hand van onderzoek en innovatie.

  4. Het Europese ecosysteem voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie versterken.

Twaalf aanbevelingen

Het rapport doet 12 aanbevelingen om het Europese concurrentievermogen te versterken aan de hand van onderzoek, technologie en innovatie.

Aanbeveling 1

Een overheidsbrede aanpak waarbij een transformatief onderzoeks- en innovatiebeleid wordt afgestemd op de strategische agenda van de EU en recente beleidsaanbevelingen op hoog niveau:

  • Een impuls geven aan “het concurrentievermogen van Europa - en zijn positie in de race naar een schone en digitale economie” door “een nieuw tijdperk van uitvinding en vindingrijkheid in te luiden. Dit vereist dat onderzoek en innovatie, wetenschap en technologie een centrale plaats krijgen in onze economie” (Europe’s Choice).

  • De integratie van de Europese markt bevorderen en de “vijfde vrijheid” promoten, die het vrije verkeer van onderzoek, innovatie, kennis en onderwijs moet omvatten. (Letta rapport) Daartoe moet Europa aantrekkelijker worden gemaakt voor talent en investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

  • Een sterk Europees kader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie om de Europese economie te stimuleren en een robuuste “onderzoeks- en innovatie-unie” tot stand te brengen. (Draghi rapport) Dit vereist een versterking van het kaderprogramma over het hele onderzoeks-, technologie- en innovatiespectrum.

Aanbeveling 2

Van Europa een competitieve, veilige, duurzame en veerkrachtige maatschappij maken door een sterker kaderprogramma waarin excellent onderzoek, impactvolle innovatie en technologische schaalvergroting centraal staan. Het programma moet een doorbraak betekenen voor het afnemende concurrentievermogen van Europa, door publieke en private investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie, inclusief technologische ontwikkeling, in heel Europa op regionaal en nationaal niveau te stimuleren.

Aanbeveling 3

Europese toegevoegde waarde creëren door middel van vier onderling gerelateerde en afhankelijke “actiegebieden”: i) competitieve uitmuntendheid; ii) industrieel concurrentievermogen; iii) maatschappelijke uitdagingen en iv) een sterk ecosysteem voor onderzoek en innovatie:

  • Zorgen voor meer, beter gerichte en geoormerkte financiering voor het hele spectrum van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Dit vereist een verhoging van het budget voor het volgende kaderprogramma tot 220 miljard euro.

  • Alle aanvragen die in het hele kaderprogramma als uitmuntend zijn beoordeeld, financieren door een combinatie van EU-kaderprogramma-, structuur- en lidstaatfondsen (bv. door middel van Seals of Excellence).

  • Garanderen dat het kaderprogramma Europa in staat stelt het voortouw te nemen in internationale/mondiale O&O&I-samenwerking en -governance.

Aanbeveling 4

Inspelen op het snel veranderende wetenschaps- en innovatielandschap en de noodzaak om disruptief onderzoek en innovatie in Europa te stimuleren: oprichten van een experimentele eenheid om nieuwe programma's en instrumenten te testen met een snelle doorlooptijd voor financiering.

Aanbeveling 5

Versterking competitieve excellentie:

  • Versterking van de criteria voor excellentie in onderzoek, ontwikkeling en innovatie in het hele programma en de verschillende acties.

  • De idee van de European Research Council, de European Innovation Council en het MSCA programma behouden en het uitbreiden van de budgetten.

  • Aantrekken en behouden van talent via een verbeterd MSCA-programma, met inbegrip van een nieuw instrument om de loopbaan van jonge onderzoekers te bevorderen (“Choose Europe”).

  • Stroomlijnen en stimuleren van het European Innovation Council Fund door aanzienlijke private investeringen aan te trekken (bv. van de EIB, financiële instellingen van de lidstaten, pensioenfondsen).

  • Disruptieve innovatieprogramma's in het EIC opnemen, samen met de capaciteit om meer particuliere mede-investeringen aan te trekken.

Aanbeveling 6

Stimuleren van industriële O&O&I-investeringen in Europa door de oprichting van een Industrial Competitiveness and Technology Council, die vakmensen en deskundigen zal inschakelen. Zij zullen de aantrekkelijkheid en de relevantie van het kaderprogramma voor de industrie waarborgen:

  • Identificatie en monitoring van technologieën en waardeketens die cruciaal zijn voor de Europese strategische autonomie en het concurrentievermogen op lange termijn.

  • Ondersteunen van pan-Europees collaboratief onderzoek met een duidelijke Europese toegevoegde waarde dat niet door één land kan worden uitgevoerd

  • Instrumenten moeten geschikt voor hun doel en gebruiksvriendelijk zijn. Dit houdt in dat partnerschappen moeten worden herbekeken en dat collaboratief onderzoek meer open en minder beschrijvend moet zijn.

  • Koppeling aan relevant Europees beleid, regelgeving en randvoorwaarden.

Aanbeveling 7

Maatschappelijke uitdagingen effectiever aanpakken door een Societal Challenges Council op te richten:

  • Mensen uit de praktijk en andere deskundigen betrekken bij het identificeren van prioriteiten die aansluiten bij de Europese strategische agenda (een vrij en democratisch Europa, een sterk en veilig Europa, een welvarend en concurrerend Europa), evenals maatschappelijke uitdagingen die momenteel onvoldoende worden aangepakt (bijv. klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, planetaire grenzen, mentale gezondheid).

  • Aansluiting zoeken bij filantropie en het maatschappelijk middenveld.

  • De onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiecomponenten van relevante huidige of toekomstige missies identificeren en financieren en tegelijkertijd de governance-, beleids- en regelgevingsaspecten ervan uit het kaderprogramma verbeteren.

Aanbeveling 8

Een aantrekkelijk en inclusief ecosysteem voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de EU bevorderen:

  • Een strategie om langetermijninvesteringen in onderzoeks- en technologie-infrastructuren van wereldklasse veilig te stellen die voldoen aan de behoeften van onderzoekers, het bedrijfsleven en de publieke sectoren, onder meer op digitaal gebied.

  • Het versterken van universitaire allianties om onderwijs en institutionele samenwerking en ontwikkeling over de grenzen heen te bevorderen.

  • Van lidstaten verlangen dat zij ambitieuze nationale plannen en investeringen hebben in onderzoek, ontwikkeling en innovatie via het proces van het Europees semester, met inbegrip van het gebruik van structuurfondsen. Coördinatie van de plannen van de lidstaten en de Europese plannen voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie moet leiden tot meer gezamenlijke financiering, meer efficiëntie en een grotere Europese toegevoegde waarde.

    d) Lidstaten met lagere succespercentages stimuleren om excellentie te kapitaliseren door een combinatie van hogere nationale uitgaven voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie en het focussen op initiatieven van Horizon Europe die werken.

Aanbeveling 9

Radicale vereenvoudiging, focus op de gebruikers en doorgedreven efficiëntie:

  • Het elimineren van niet-kernactiviteiten, overbodige en ondermaats presterende programma's (bijv. EIE en EIT).

  • Flexibele projectfinanciering die verantwoorde risico's accepteert in ruil voor minder administratieve lasten en transactiekosten. Dit vereist een radicale hervorming van het aanvraagsysteem (“eerst vertrouwen, dan evalueren”) en te zorgen voor snellere financieringstijd. Er moet prioriteit worden gegeven aan vereenvoudiging voor begunstigden.

  • Minder prescriptieve oproepen tot voorstellen in het hele kaderprogramma. Bovendien vermindert dit de administratieve en transactiekosten, draagt het bij tot vereenvoudiging en vergemakkelijkt het de betrokkenheid van de industrie, innovatoren en filantropie.

Aanbeveling 10

Ontwikkelen van een innovatie procurement programma om tot een snellere opschaling door de industrie te komen.

Aanbeveling 11

Een genuanceerde, fijnmazige en doelgerichte benadering voor internationale samenwerking aannemen om met succes door een gecompliceerdere en veranderende geopolitieke situatie te navigeren:

  • Erken dat landen partners, concurrenten of systemische rivalen kunnen zijn en dat hetzelfde land al deze rollen kan aannemen in verschillende domeinen (bv. klimaatverandering, elektrische voertuigen of hoogtechnologische halfgeleiders). Dit vereist een pragmatische aanpak, waarbij Europa zich moet afvragen: “Wie zijn onze partners voor welk domein/vraagstuk?".

  • Een doelgerichte benadering van samenwerking ontwikkelen (met de vraag “Waarom?”), met als mogelijke beweegredenen samenwerking met landen met sterke onderzoekssystemen, met gelijkgestemde landen of met ontwikkelingslanden, het nastreven van gezamenlijke belangen en wederzijdse voordelen, inclusie en rechtvaardigheid of toegang tot een internationale talentenpool - waarvan we sommige misschien naar Europa willen halen.

Aanbeveling 12

Dual use komt van nature voor door de alomtegenwoordigheid van technologie (bijv. AI, materiaalwetenschap, internet, drones) en de brede behoeften van een modern leger (bijv. gezondheid, fitness). Optimaliseer het innovatiedividend dat voortvloeit uit de behoefte aan meer nationale veiligheid en defensie-uitgaven door dual use gebruik in beide richtingen te benutten.

Waarom is dit rapport belangrijk?

Uiteraard wordt er in het rapport teruggekeken naar Horizon 2020 en de eerste jaren van Horizon Europe. Maar de Europese Commissie zal ook aan de slag gaan met dit rapport tijdens hun voorbereidingen van het volgende kaderprogramma. Verschillende diensten van de Europese Commissie zullen de komende maanden beginnen met deze voorbereidingen en in parallel zullen de discussies over het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK - Multiannual Financial Framework) beginnen. Het MFK is belangrijk omdat dit onder andere zal bepalen hoeveel financiële middelen er naar onderzoek en innovatie zullen gaan.

 

Meer informatie?

  • Het volledige rapport kan hier geraadpleegd worden.

  • Het evenement waarin het rapport gepresenteerd werd.