09 oktober 2025 - door Hazel Tyssen
Op 8 oktober 2025 keurde het Europees Parlement zijn standpunt goed over een nieuwe Europese richtlijn die stagiairs beter moet beschermen en misbruik moet voorkomen. Het Parlement kiest hierbij voor een ambitieuze koers.
De richtlijn geldt voor alle soorten stages, behalve stages binnen formeel onderwijs en leer- of beroepsopleidingen (apprenticeships).
Het Parlement wil meer bescherming voor stagiairs, met duidelijke definities, een schriftelijk contract en toegang tot sociale bescherming.
Dit standpunt verschilt van dat van de Raad, die voor een minder strenge aanpak kiest.
De Commissie kwam in maart 2024 met een voorstel voor een richtlijn dat stagiairs betere bescherming moet bieden.
De kernpunten:
Gelijke arbeidsvoorwaarden als vergelijkbare werknemers, inclusief vergoeding.
Strikte controle op misbruik van stages.
Duidelijke rol voor werknemersvertegenwoordigers.
Toegankelijke meldpunten voor stagiairs die slechte omstandigheden ervaren
Het huidige voorstel van de Commissie bouwt voort op eerdere oproepen van het Europees Parlement om de kwaliteit van stages te verbeteren. Het Parlement is tevreden met het voorstel, maar wil een nog ambitieuzer pad volgen om de rechten van stagiairs beter te beschermen.
Het Parlement baseert zijn standpunt op twee belangrijke aandachtspunten:
Discriminatie: Onbetaalde of slecht betaalde stages sluiten kwetsbare jongeren uit en kunnen leiden tot ongelijke behandeling op basis van leeftijd, geslacht, afkomst of handicap.
Misbruik van stages: Stages worden soms gebruikt als goedkope arbeidskracht in plaats van als leermogelijkheid.
Het Europees Parlement wil deze twee grote zorgen aanpakken via:
🔸 De Europarlementsleden hebben een duidelijke definitie van een stage opgesteld. Ze benadrukken dat een stage tijdelijk van aard moet zijn en gericht op instapfuncties, zodat het de overgang van onderwijs naar werk vergemakkelijkt.
🔸 Ze willen dat alle soorten stages onder de nieuwe regels vallen, behalve verplichte stages die een integraal onderdeel zijn van een studie of leer- of beroepsopleidingen (apprenticeships).
🔸 Alle toekomstige stagiairs moeten een schriftelijke stageovereenkomst krijgen waarin loon, taken, leerdoelen, rechten en plichten, en de duur van de stage duidelijk worden omschreven. Stages mogen maximaal zes maanden duren, tenzij een langere duur goed wordt gerechtvaardigd.
🔸 Daarnaast moeten stagiairs toegang hebben tot sociale bescherming, waaronder ziekteverzekering, werkloosheidsuitkeringen en pensioenbijdragen, aldus de tekst.
🔸 Daarbovenop moet bestaande EU-wetgeving tegen discriminatie ook van toepassing zijn op stagiairs, waardoor hun rechten juridisch worden verduidelijkt en versterkt.
🔸 Een stage moet als misbruik worden beschouwd wanneer:
de stagiair niet wordt betaald volgens de nationale wetgeving,
de stage geen leercomponent bevat, of
er geen begeleiding of evaluatie plaatsvindt.
🔸 Het Parlement introduceert waarschuwingssignalen om misbruik van stages op te sporen, zoals opeenvolgende stages bij dezelfde werkgever of ontbrekende vacature-informatie
🔸 Bedrijven moeten op verzoek gegevens zoals aantal stagiairs, de duur van stages, en arbeidsvoorwaarden, delen met nationale autoriteiten.
🔸 Stagiairs kunnen misstanden veilig en anoniem melden, en organisaties moeten een contactpersoon aanwijzen voor advies en ondersteuning.
Op 19 juni 2025 nam de Raad zijn standpunt in, dat minder ver gaat dan het Commissievoorstel.
🔴 De grootste verschillen met het Europees Parlement zijn:
De regels zouden volgens de Raad niet gelden voor stages binnen actief arbeidsmarktbeleid.
Er is geen verplichting voor lidstaten om specifieke arbeidsverhoudingen op te nemen.
Lidstaten mogen zelf bepalen welke maatregelen ze nemen om misbruik te voorkomen.
➡️ Rapporteur Alicia Homs Ginel (S&D) reageerde kritisch: bijna 80% van de stages wordt volgens haar uitgesloten. Hierdoor zag het Europees Parlement zich genoodzaakt een nog ambitieuzer standpunt in te nemen dan dat van de Commissie.
Nu beide standpunten zijn vastgelegd, starten de trilogen tussen Commissie, Parlement en Raad om de definitieve tekst van de richtlijn vast te leggen. De eerste triloog staat gepland voor 14 oktober 2025.