Raad verzwakt stagerichtlijn

24 juni 2025 - door Hazel Tyssen

Op 19 juni 2025 nam de Raad zijn standpunt in over een nieuwe Europese richtlijn die de arbeidsomstandigheden van stagiairs moet verbeteren en misbruik moet tegengaan. De lidstaten kiezen voor een minder ambitieuze koers dan de Europese Commissie. 

  • De nieuwe regels zullen niet gelden voor stages die deel uitmaken van het formeel onderwijs of kaderen binnen het actief arbeidsmarktbeleid.

  • De Raad benadrukt het belang van flexibiliteit en respect voor de diversiteit van nationale systemen.

  • De onderhandelingen binnen de Raad verliepen moeizaam door onderlinge verdeeldheid tussen de lidstaten.

Wat stelde de Commissie voor?

De Commissie kwam in maart 2024 met een voorstel voor een richtlijn dat stagiairs betere bescherming moet bieden. 

De kernpunten:

  • Gelijke arbeidsvoorwaarden als vergelijkbare werknemers, inclusief vergoeding.

  • Strikte controle op misbruik van stages.

  • Duidelijke rol voor werknemersvertegenwoordigers.

  • Toegankelijke meldpunten voor stagiairs die slechte omstandigheden ervaren

Wat beslist de Raad?

De onderhandelingen binnen de Raad duurden meer dan een jaar en verliepen moeizaam. Op 19 juni 2025 bereikten de ministers uiteindelijk een akkoord over hun standpunt. Door de grote verschillen tussen de nationale systemen is het resultaat een compromis dat minder ver gaat dan het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. 

1 - Beperkt toepassingsgebied

De Raad verduidelijkt welke soorten stages onder de voorgestelde richtlijn vallen en welke uitgesloten zijn.

> Bepalingen rond arbeidsomstandigheden en rechtszekerheid gelden voor stagiairs:

  • die een arbeidscontract of arbeidsverhouding hebben volgens nationaal recht, collectieve arbeidsovereenkomsten of rechtspraak van het Hof,

  • én waarvan de stage niet verplicht is voor een opleiding of niet valt onder actief arbeidsmarktbeleid. Deze stages zijn uitgesloten omdat ze een specifiek wettelijk kader hebben in de lidstaten, publiek toezicht kennen, en een maatschappelijk belang dienen.

> Bepalingen over aanpak van misbruik gelden voor iedereen die een 'valse' stage doet. 

De Raad respecteert de diversiteit van nationale systemen en vermeldt expliciet dat de richtlijn lidstaten niet verplicht om een specifieke arbeidsverhouding voor stagiairs op te nemen in hun nationale wetgeving.

2 - Aangepaste definities

Het standpunt van de Raad zorgt voor meer consistentie en duidelijkheid in de gebruikte termen en definities. Zo wordt ‘reguliere werknemer’ vervangen door ‘vergelijkbare werknemer’, en wordt een nieuwe definitie van ‘valse stage’ geïntroduceerd.

3 - Gelijke behandeling van stagiairs

Stagiairs mogen niet minder gunstig behandeld worden dan vergelijkbare werknemers, ook niet op vlak van loon, tenzij er objectieve redenen zijn. Deze objectieve redenen kunnen worden vastgelegd door sociale partners via collectieve arbeidsovereenkomsten. 

Wat precies onder ‘loon’ valt, wordt bepaald door elke lidstaat zelf. Dat kan ook vergoedingen in natura omvatten, zoals maaltijden of vervoer.

4 - Valse stages

De Raad benadrukt dat het voorstel tot doel heeft om ‘valse’ stages aan te pakken, maar laat het aan de lidstaten over om zelf te bepalen welke maatregelen ze nemen om dat doel te bereiken.

Bevoegde instanties moeten wel een feitelijke beoordeling maken om te bepalen of een stage echt is of niet. Daarbij kijken ze bijvoorbeeld naar de leerinhoud, de duur en de werkdruk van de stage. Werkgevers moeten daarvoor de nodige informatie aanleveren, maar de administratieve last blijft beperkt.

5 - Handhaving

Lidstaten moeten zorgen voor toegankelijke meldkanalen, zodat stagiairs inbreuken op hun rechten kunnen rapporteren. 

Werknemersvertegenwoordigers krijgen, indien toegestaan in het nationale recht, de mogelijkheid om stagiairs te vertegenwoordigen in gerechtelijke of administratieve procedures om hun rechten af te dwingen.

Verdeelde reacties op het Raadsakkoord

➡️ België steunde het akkoord als een werkbaar compromis. In ons land ligt het thema bijzonder gevoelig, vooral door de discussie over het al dan niet vergoeden van stagiairs. 

➡️ Andere lidstaten, zoals Duitsland, Spanje, Slovenië, Estland, Oostenrijk en Tsjechië, keurden het ontwerp niet goed. Zij vinden het voorstel te weinig ambitieus.

➡️ Ook het Europees Parlement reageerde kritisch. Rapporteur Alicia Homs Ginel (S&D) noemde de beslissing teleurstellend en stelde dat bijna 80% van de stages wordt uitgesloten. Volgens haar moet het Parlement inzetten op een nog ambitieuzer voorstel om álle jongeren te beschermen.

➡️ De Europese Commissie sloot zich aan bij die kritiek. Ze erkende de inspanningen van het voorzitterschap, maar betreurde dat het compromis in deze vorm slechts 24% van de betaalde stagiairs ten goede zou komen. De Commissie pleit dan ook voor meer ambitie in de verdere onderhandelingen.

Hoe gaat het verder?

Op 25 juni stemt de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken van het Europees Parlement over haar standpunt. In juli volgt een plenaire stemming. Daarna starten de onderhandelingen tussen Commissie, Parlement en Raad (de zogenaamde trilogen) over de definitieve tekst van de richtlijn.

Achtergrond

De basis ligt in een oproep van het Parlement uit 2023 om het verouderde kwaliteitskader voor stages uit 2014 te versterken.

Het voorstel kadert in het bredere Traineeships package van de Commissie uit maart 2024, dat misbruik van stages structureel wil aanpakken en inzet op kwaliteitsvolle leerervaringen. Dit pakket bevatte dit voorstel voor een richtlijn, maar ook een voorstel voor een raadsaanbeveling, ter vervanging van de bestaande aanbeveling van 10 maart 2014. Over deze aanbeveling wordt nog onderhandeld binnen de Raad.

Meer weten

Het Commissievoorstel voor een richtlijn ter verbetering en handhaving van de arbeidsomstandigheden voor stagiairs en de bestrijding van reguliere arbeidsverhoudingen die als stages worden verhuld. 

Persbericht van de Raad van 19 juni 2025

De algemene oriëntatie van de Raad