16 juni 2025 - door Kaatje Gevaert
De Europese programmaperiode 2021–2027 is halverwege. Hét ideale moment om een tussentijdse balans op te maken.
Hoe goed vinden Vlaamse organisaties hun weg naar Europese subsidies? Welke programma’s leveren het meeste op? En zijn er nog kansen die vandaag onderbenut blijven?
We verzamelden cijfers, analyseerden trends en trokken enkele conclusies.
Ga naar de EU-subsidiemonitor 2023
Deze tussentijdse monitor is het logische vervolg op de EU-subsidiemonitor 2021-2022.
De monitor 2023 brengt in kaart:
Hoeveel Europese middelen naar Vlaanderen vloeien;
Welke EU-programma’s het meeste opleveren;
Waar er nog kansen en groeipotentieel liggen.
VLEVA wil het Vlaamse EU-subsidielandschap zo nauwkeurig mogelijk in kaart brengen. Daarom ontwikkelde VLEVA deze monitor, gebaseerd op Europese databronnen en aangevuld met input van nationale contactpunten. De gegevens in het rapport geven beleidsmakers, projectindieners en andere belanghebbenden een helder beeld van de huidige prestaties én groeikansen. Daarvoor baseerden we ons op de beschikbare cijfers tot en met 31 december 2023.
Tussen het begin van de programmaperiode in 2021 en eind 2023 werden bijna 4.000 projecten met Vlaamse betrokkenheid goedgekeurd. Samen ontvingen deze projecten bijna 3,9 miljard euro aan Europese middelen.
Drie programma’s springen er duidelijk uit. Die zijn samen verantwoordelijk voor bijna 75% van het totale bedrag aan EU-subsidies dat naar Vlaanderen vloeit:
Horizon Europe: goed voor ruim 1,8 miljard euro, verdeeld over bijna 1.900 projecten
Innovation Fund: meer dan 738 miljoen euro voor slechts 8 grote industriële projecten
Connecting Europe Facility (CEF): bijna 420 miljoen euro, voornamelijk voor infrastructuurprojecten
Daarnaast is nu ook de impact van de programma’s gefinancierd vanuit de structuurfondsen (EFRO, Interreg en ESF+) duidelijk zichtbaar. In totaal zorgen zij voor ongeveer 12% van de EU-subsidies in Vlaanderen. Vooral in 2023 was er een duidelijke inhaalbeweging te zien na de trage start van deze fondsen in de eerste jaren van de programmaperiode.
Erasmus+ draagt bij met ongeveer 5% van de ontvangen subsidies en blijft dus een belangrijke speler voor internationale samenwerking in onderwijs.
De overige 20-tal programma’s zijn samen goed voor het resterend percentage van het totaal:
Enkele voorbeelden die net wél boven 1% uitstijgen: EU4Health, LIFE en Digital Europe.
De meerderheid – zoals Creative Europe, Single Market Programme, Europees Defensiefonds – blijft onder de 1%. Hoewel relatief klein qua budget, leveren deze programma’s belangrijke kansen voor specifieke Vlaamse sectoren zoals cultuur, veiligheid en burgerparticipatie.
Vlaamse organisaties – van lokale besturen tot universiteiten en middenveldspelers – nemen actief deel aan Europese subsidieprogramma’s. Vlaanderen is sterk vertegenwoordigd in de meer bekende Europese subsidieprogramma’s zoals Interreg, Horizon Europe en Erasmus+ – zowel wat betreft het aantal goedgekeurde projecten als de omvang van de toegekende budgetten.
De barometer brengt duidelijke trends in kaart:
Sterke groeiers: EFRO, ESF+ en Interreg zetten in 2023 een duidelijke inhaalbeweging in. Verdere groei wordt nog verwacht in 2024 en 2025.
Stabiele bijdragers: Programma’s zoals LIFE en Digital Europe blijven waardevolle financieringskanalen, met een consistente maar meer gerichte inzet van middelen.
Beperkte instroom: Programma’s als ELENA en Euratom blijven minder benut, wellicht door hun specifieke focus én doelgroepen.
Verfijning binnen CEF: Binnen CEF is na een sterke start in 2021–2022 een lichte terugval merkbaar. Toch blijft Vlaanderen goed gepositioneerd, zeker in het domein van transportinfrastructuur.
Hoewel Vlaanderen sterk scoort, zijn er nog onontgonnen kansen. Niet alle beschikbare EU-middelen worden vandaag benut. Vooral kleinere organisaties en lokale besturen ondervinden drempels zoals tijdsgebrek, beperkte capaciteit of onbekendheid met nieuwe oproepen. Hierdoor blijven bepaalde subsidiemogelijkheden onder de radar. VLEVA speelt hierop in door op haar website alle Europese subsidieprogramma’s en projectoproepen overzichtelijk te bundelen, zodat organisaties sneller hun weg vinden naar Europese steun.
Deze monitor bevat - waar mogelijk - ook een internationale vergelijking. Daaruit blijkt dat Vlaanderen in een aantal programma’s goed scoort:
Innovation Fund: Vlaanderen ontvangt 6% van het totale EU-budget, goed voor de vierde plaats in Europa. De sterke positie is te danken aan onze industriële clusters in onder meer chemie, staal en cleantech.
Horizon Europe: Vlaanderen bevestigt zijn voortrekkersrol in fundamenteel en toegepast onderzoek. Vooral de Vlaamse universiteiten en onderzoekscentra scoren sterk.
LIFE: Met een aandeel van 2% scoort Vlaanderen goed in Europees perspectief, al ligt hier nog duidelijk groeipotentieel. Thema’s zoals natuurherstel, klimaatadaptatie en duurzame landinrichting bieden bijkomende kansen.
Op basis van de bevindingen uit de monitor trok VLEVA de volgende conclusies:
Innovation Fund: Blijf inzetten op grootschalige demonstratieprojecten in de industrie.
CEF: Versterk de Vlaamse samenwerking met buurlanden voor grensoverschrijdende infrastructuurprojecten.
LIFE: Stimuleer sterkere projectaanvragen rond biodiversiteit, klimaat en circulaire economie.
Diversificatie: Verhoog de participatie in onderbenutte programma’s, zoals CERV, Creative Europe en het Europees Defensiefonds.
Als regio presteert Vlaanderen sterk in het Europese subsidielandschap, maar de concurrentie is groot en de spelregels veranderen snel. Nieuwe prioriteiten, strengere voorwaarden en complexere procedures maken het noodzakelijk om goed voorbereid te zijn. VLEVA vervult daarbij zijn rol als eerstelijnsdienstverlener en biedt laagdrempelige, begrijpelijke en praktijkgerichte ondersteuning aan Vlaamse organisaties die aan de slag willen met Europese subsidies.
Met deze monitor willen we niet alleen informeren, maar ook inspireren. Europese subsidies zijn immers geen doel op zich, maar een hefboom voor de transities van morgen. De monitor toont aan dat de nood aan begeleiding reëel blijft. Organisaties hebben behoefte aan duidelijke uitleg, hulp bij de opstart van dossiers en toegang tot partnerschappen.
VLEVA speelt hierop in met een ruim aanbod aan informatie op haar website, infosessies, persoonlijk advies via haar subsidieloket en praktische tools.
Heb je zelf een vraag over Europese subsidies? Contacteer ons via subsidieteam@vleva.eu.
Subsidiepagina op de VLEVA-website