21 VLEVA leden over de digitale transitie in Vlaanderen en Europa

15 november 2023 - door Kristof Vlaeminck

Het Vlaams Parlement stapte mee in een project van het Comité van de Regio’s over het betrekken van regionale parlementen in de Europese besluitvorming. Via een drietrapsraket wou het Vlaams Parlement zo input geven in het werkprogramma van de Europese Commissie van 2021. 

In een eerste deel deelde Minister-President Jan Jambon de Europese prioriteiten van de Vlaamse regering rond digitalisering. Daarna werd VLEVA gevraagd om haar leden te bevragen over het digitaal decennium en de struikelblokken die zij ervaren. In een derde deel ten slotte gaven MEP Geert Bourgeois en Vlaams Vertegenwoordiger bij de EU Axel Buyse een toelichting over de Europese initiatieven en de faciliteit voor herstel en veerkracht respectievelijk.

De resultaten van de consultatie vind je in deze blog en zijn gesorteerd volgens vijf domeinen waar VLEVA-leden nog struikelblokken ervaren. Ten slotte werd hen ook gevraagd wat ze vonden van het de Europese strategie over het digitaal decennium. De consultatie werd ingevuld door 21 VLEVA-leden:

Katholiek Onderwijs Vlaanderen, Agentschap Digitaal Vlaanderen, Taalunie, Flanders Make, Vlaamse Hogescholenraad, GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Verso, Gezinsbond, Vito, De Lijn, IRBN/Vlanot, Cultuurloket, VVP, VVSG, de Blauwe Cluster, VLIZ, Unizo, VOKA, Boerenbond, VLM en imec.

Lees de volledige bijdrage van de VLEVA-leden in bijlage.

Digitale (basis)vaardigheden

Voor de meeste VLEVA-leden is de Europese definitie van digitale (basis)vaardigheden niet duidelijk genoeg. Met ‘ICT-vaardigheden’ denkt men vaak aan technologievaardigheden. Nochtans verstaat men onder digitale vaardigheden eigenlijk meer het goed kunnen gebruiken van digitale tools. Dat dekt de lading beter zowel voor burgers, medewerkers als kmo’s.

Er moet sterk ingezet worden om die basisvaardigheden op zich te introduceren binnen veel organisatie. Er is volgens veel VLEVA-leden nood aan het ontsluiten van kennis en een goede implementatie van infrastructuur en tools. Er moet hard gewerkt worden aan de kennisoverdracht van de theorie naar de praktijk.

Naast basisvaardigheden mogen ook de meer geavanceerde digitale vaardigheden niet vergeten worden. Bijvoorbeeld: kennis rond data, artificiële intelligentie, internet of things, virtual reality en blockchain.

Tot slot moet iedereen mee zijn met digitale vaardigheden maar vooral laaggeschoolden, mensen met een lager inkomen en ouderen beschikken over erg beperkte digitale vaardigheden. Daar moet vooral aandacht aan worden besteed in beroeps- en volwassenenonderwijs en opleidingen van werkbegeleidingsdiensten. Maar sommige leden halen aan dat ongeacht hoeveel je investeert, er altijd een deel van de bevolking niet mee zal zijn. Het is sowieso een werk van lange adem. Een eenmalige financiële impuls zal dus niet voldoende zijn.

Struikelblokken voor bedrijven

Er is nood aan een plaats waar bedrijven terecht kunnen om laagdrempelige antwoorden te krijgen op hun vragen. Daarnaast zou kennisdeling over de digitale transitie ervoor zorgen dat er meer complementariteit is in wat er ontwikkeld wordt. Het budget in Vlaanderen zou dan ook beter ingezet kunnen worden.

Over die financiële steun in Vlaanderen zijn de meningen verdeeld. Het ene VLEVA-lid zegt dat er veel meer nood is aan extra middelen, het andere lid zegt dat er voldoende budget is voor de transitie. Hoe die middelen worden ingezet kan volgens verschillende VLEVA-leden wel beter. Zo moet er meer aandacht zijn voor de onvoorspelbaarheid van onderzoek en implementatie van digitale technologieën. Investeren in betere ondersteuning en adviesverlening voor kmo’s is noodzakelijk. Daarnaast kan de toegankelijkheid voor kmo’s met heel innovatieve O&O projecten beter.

Sociale en culturele ondernemingen mogen niet vergeten worden in de digitale transitie. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren in die transitie maar worden vaak niet geïdentificeerd als een interessante partner in consortia.

Tot slot blijft EU-steun volgens VLEVA-leden voorbehouden tot de happy few (zeer lage slaagkansen). De drempel van Europese innovatie-subsidies is veel te hoog voor kmo’s.

Digitale overheidsdiensten

Online dienstverlening moet toegankelijk en inclusief zijn. Burgers moeten goed geïnformeerd en gesensibiliseerd worden om de nieuwe platformen te gebruiken. VLEVA-leden halen aan dat toegang tot die platforms te complex is, bijvoorbeeld bij de eID authenticatie.

Lokale besturen kunnen meer (financiële) ondersteuning gebruiken en de onderlinge afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus (Vlaams, federaal, provinciaal, internationaal) moet beter. Die online diensten zijn nu onvoldoende op elkaar afgestemd. De verschillende snelheden van digitalisering en de verschillende overheidsarchitectuur van die niveaus zorgt ook voor problemen.

Bij het opstellen van nieuwe regelgeving moet er zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de latere digitale implementatie ervan. Daarnaast is er nood aan meer harmonisering op EU-niveau, bijvoorbeeld op het vlak van betrouwbaarheidsniveaus onder eIDAS.

Uitstekende en veilige connectiviteit

Een goede connectiviteit gaat hand in hand met een goede infrastructuur. Maar daarin kunnen nog stappen gezet worden, onder meer in scholen en op het platteland.

Voor veel VLEVA-leden is 5G een belangrijke hefboom voor verschillende economische sectoren. Burgers moeten goed geïnformeerd worden rond 5G en er is meer wetenschappelijk onderzoek nodig naar de veiligheids- en gezondheidsaspecten van 5G. Die resultaten moeten op een laagdrempelige manier verspreid worden onder de bevolking. Er is nood aan een duidelijk plan van aanpak voor een snelle uitrol.

Moderne gegevensverwerkingscapaciteit

Volgens verschillende VLEVA-leden ontbreekt het organisaties vaak aan de juiste vaardigheden om met data om te gaan. Er is een gebrek aan de nodige vaardigheden om met data te werken, ze te verwerken en te interpreteren, en er de juiste systemen voor te voorzien.

Het tweede obstakel is de privacy van data. De GDPR-regels zetten een rem op digitale transformatie en de uitwisseling van data. Er moet bekeken worden of de privacy van data op een andere manier gewaarborgd kan worden. Daarnaast is het privacy shield tussen de VS en de EU ook een probleem voor Belgische bedrijven. Zij kunnen nu moeilijker apps en clouddiensten gebruiken van Amerikaanse oorsprong.

Er moet werk gemaakt worden van Europese cloudplatformdiensten door schaalbare gegevensopslag en analyseplatformen te ondersteunen. De verschillende platformen en infrastructuur zijn daarnaast onvoldoende op elkaar afgestemd.

Europe’s Digital Decade

Veel VLEVA-leden zijn tevreden over de Digital Decade strategie van de Europese Commissie. Het digitale kompas voor Europa bevat de juiste invalshoeken en elementen.

Toch laten enkele VLEVA-leden wat puntjes van kritiek optekenen. De uitwerking en de gelegde klemtonen kunnen beter. En er mag meer aandacht zijn voor goede datahuishouding, cybersecurity en ‘digital for green’.

De doelstellingen voor 2030 zijn ambitieus en er zullen dus voldoende budgettaire middelen nodig zijn. De inhaalbeweging op het vlak van vaardigheden zal niet enkel moeten gebeuren bij volwassenen maar ook bij minderjarigen. Het is daarnaast voor enkele VLEVA-leden niet duidelijk hoe volgens de Europese Commissie kwetsbare en moeilijk te bereiken doelgroepen bereikt zullen worden. De corona-epidemie heeft pijnlijk blootgelegd dat bijvoorbeeld niet alle kinderen in een situatie zitten waardoor ze makkelijk online onderwijs kunnen volgen.

Lees de volledige bijdrage van onze VLEVA-leden in de bijlage.

Bijlage(n)

consultatie_digitalisering_-_opvolging.pdf