Vergroenen van bedrijfswagens: sleutelmaatregel in het Europese automotive package

17 december 2025 - door Florence De Vlam

Op 16 december 2025 stelde de Europese Commissie haar automotive package voor. Dat pakket combineert strengere CO₂-normen, steun voor de Europese batterij- en toeleveringsketen, vereenvoudigde autowetgeving en het vergroenen van bedrijfswagens. Dat laatste gebeurt via een nieuwe verordening die lidstaten verplicht om het aandeel nul- en lage-emissiebedrijfswagens bij grote ondernemingen sterk te verhogen. Met deze maatregel wil de Commissie vooral de vraag naar schone bedrijfswagens vergroten. Bedrijfswagens domineren de autoverkoop en kunnen snel zorgen voor lagere uitstoot en meer betaalbare elektrische wagens op de tweedehandsmarkt.

  • Het vergroenen van bedrijfswagens is een sleutelmaatregel binnen het automotive package om de aankoop van schone bedrijfswagens te versnellen

  • Lidstaten krijgen bindende doelstellingen vanaf 2030 voor schone bedrijfswagens van grote ondernemingen

  • Financiële steun mag enkel nog naar nul- en lage-emissievoertuigen die in de EU zijn gemaakt

Waarom bedrijfswagens?

Bedrijfswagens spelen een sleutelrol in de Europese automarkt. Ongeveer 60% van alle nieuwe auto’s en 90% van de nieuwe bestelwagens worden door bedrijven ingeschreven. Ze rijden gemiddeld meer kilometers dan privéwagens en komen sneller op de tweedehandsmarkt terecht.

Volgens de Commissie blijft het aandeel nul- en lage-emissievoertuigen in deze vloot vandaag te laag. Dat vertraagt de uitstootdaling in het wegverkeer en remt de doorstroming van betaalbare elektrische wagens naar burgers en kmo’s. Door hier in te grijpen, wil de Commissie sneller klimaatwinst boeken en de Europese auto-industrie meer investeringszekerheid geven.

Een vraaggerichte pijler van het automotive package

Het automotive package combineert verschillende maatregelen. De Commissie legt strengere CO₂-normen op voor voertuigen, en vult die aan met maatregelen die bedrijven stimuleren om schone wagens aan te kopen. Vergroenen van bedrijfswagens speelt daarbij een centrale rol, vooral voor grote wagenparken.

Die combinatie moet ervoor zorgen dat producenten niet alleen strengere normen krijgen, maar ook voldoende marktvraag zien om te blijven investeren in schone voertuigen en Europese productieketens.

Voor wie gelden de nieuwe regels?

De verordening richt zich enkel op grote ondernemingen, zoals vastgelegd in de EU-boekhoudrichtlijn (minstens 250 werknemers). Kmo’s vallen buiten het toepassingsgebied. Zo wil de Commissie vermijden dat kleinere bedrijven geconfronteerd worden met hoge kosten of extra administratie.

De verplichtingen gelden niet rechtstreeks voor bedrijven, maar voor lidstaten. Zij moeten maatregelen nemen om de doelstellingen te halen en behouden daarbij beleidsvrijheid.

Bindende doelstellingen vanaf 2030

Vanaf 1 januari 2030 moeten lidstaten ervoor zorgen dat nieuwe bedrijfswagens van grote ondernemingen beantwoorden aan twee bindende doelstellingen:

  • een minimumaandeel nul-emissievoertuigen (bv. elektrische wagens)

  • een gecombineerd aandeel nul- en lage-emissievoertuigen (bv. plug-in hybrides)

De doelstellingen gelden voor jaarlijkse nieuwe inschrijvingen van bedrijfswagens door grote ondernemingen en worden op nationaal niveau opgevolgd. Ze verschillen per lidstaat en per voertuigtype (personenwagens en bestelwagens). De Commissie houdt daarbij rekening met:

  • de economische draagkracht van lidstaten (o.a. bbp per inwoner)

  • de marktmaturiteit van nul- en lage-emissievoertuigen

  • de bestaande verschillen in wagenpark en infrastructuur

Op EU-niveau moeten die nationale doelstellingen samen leiden tot 69% nul- en lage-emissie bedrijfsauto’s in 2030, waarvan minstens 45% volledig nul-emissie en 40% nul- en lage-emissie bestelwagens in 2030, waarvan minstens 36% volledig nul-emissie.

De Commissie kiest bewust voor deze dubbele doelstelling. Ze wil zo een duidelijk groeipad naar volledig emissievrij rijden combineren met voldoende flexibiliteit voor lidstaten en bedrijven. Lage-emissievoertuigen, zoals plug-in hybrides, kunnen tijdelijk bijdragen, maar volledig emissievrije voertuigen blijven de kern van de doelstelling

Financiële steun als sturend instrument

Een tweede belangrijk onderdeel van het voorstel is de gerichte inzet van fiscale en financiële steun. De Commissie ziet steunmaatregelen als een krachtig middel om aankoopbeslissingen van bedrijven te sturen.

Vanaf 2028 (twee jaar vóór de start van de doelstellingen) mogen lidstaten geen financiële steun meer geven voor de aankoop, leasing, huur of het gebruik van vervuilende bedrijfswagens en enkel nog steun voorzien voor nul- en lage-emissie bedrijfswagens.

Daarbovenop mogen lidstaten financiële steun alleen toekennen aan voertuigen die “made in the European Union” zijn. De Commissie zal via gedelegeerde handelingen vastleggen hoe wordt bepaald of een voertuig als Europees wordt beschouwd. Dat gebeurt in samenhang met het aangekondigde Industrial Accelerator Act.

Met deze koppeling wil de Commissie:

  • de uitfasering van fossiele subsidies versnellen

  • publieke middelen gerichter inzetten voor de klimaattransitie

  • Europese productie, toeleveringsketens en werkgelegenheid versterken

Zo verbindt de Commissie klimaatbeleid expliciet met industriebeleid en strategische autonomie

Opvolging en evaluatie

Lidstaten moeten tegen 28 februari 2028 een nationaal uitvoeringsplan indienen. Vanaf 2031 rapporteren ze jaarlijks over nieuwe bedrijfswagens en hun emissieprofiel. De Commissie evalueert de verordening tegen 31 december 2032. Op basis daarvan kan ze nieuwe doelstellingen voorstellen voor de periode na 2035.

Volgende stappen

Het voorstel wordt nu besproken door het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure.

Meer weten

Het persbericht van de Europese Commissie

Factsheet

Vragen & antwoorden

Attachment(s)