Stedelijk afvalwater: voorlopig akkoord bereikt tijdens tweede triloog

30 januari 2024 - door Paula Verschaeve

Tijdens de tweede triloog op 29 januari 2024 hebben de onderhandelaars van de Raad en het Europees Parlement een voorlopig politiek akkoord bereikt over het  Commissievoorstel tot herziening van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.

  • Nieuwe drempelwaarden en tijdschema’s voor secundaire, tertiaire en quaternaire behandeling; 

  • Invoering van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor geneesmiddelen en cosmetische producten; 

  • Vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in de stedelijke afvalwatersector, met als doel 100% hernieuwbare energie tegen 2045.

Elementen uit het compromis 

Toepassingsgebied

Om de verontreiniging door kleine agglomeraties aan te pakken, hebben de Raad en het Parlement de werkingssfeer van de richtlijn uitgebreid tot alle kleinere agglomeraties vanaf 1000 inwoners, en meer (in tegenstelling tot 2000 in de huidige richtlijn). 

Opvangsystemen voor afvalwater en beheerplannen

De medewetgevers komen overeen dat de verplichting om opvangsystemen voor stedelijk afvalwater op te zetten, moet worden uitgebreid tot alle agglomeraties met 1000 inwoners, of meer. De deadline om aan deze verplichting te voldoen, wordt verschoven van 2030 naar 2035.

De Raad en het Parlement voeren ook een aantal uitzonderingen in, onder andere voor kleinere agglomeraties die lozen in kustwateren, voor lozingen in minder kwetsbare gebieden en voor lidstaten die het meest recent tot de EU zijn toegetreden (zoals Roemenië, Bulgarije en Kroatië). 

Als het opzetten van een opvangsysteem niet gerechtvaardigd, haalbaar of kosteneffectief zou zijn, kunnen lidstaten eigen systemen gebruiken om stedelijk afvalwater op te vangen en te behandelen.

Verder schuift het akkoord deadlines naar voor waarbinnen de lidstaten een geïntegreerd plan voor het beheer van stedelijk afvalwater moeten opstellen: (a) voor agglomeraties met meer dan 100 000 inwoners, tegen 2033, en (b) voor risico-agglomeraties tussen 10 000 en 100 000 inwoners, tegen 2039. Deze geïntegreerde beheerplannen zullen ten minste elke zes jaar worden herzien, in overeenstemming met de Kaderrichtlijn Water. 

Behandeling van afvalwater 

De Raad en het Parlement breiden de verplichting om secundaire zuivering (het verwijderen van biologisch afbreekbare organische stoffen) toe te passen, uit tot alle agglomeraties met 1000 inwoners, of meer, tegen 2035. Voor kleinere agglomeraties en lidstaten die onlangs tot de EU zijn toegetreden, gelden uitzonderingen

De drempelwaarden en tijdschema’s voor tertiaire behandeling (het verwijderen van stikstof en fosfor) en quaternaire zuivering (het verwijderen van microvervuilende stoffen) worden ook op elkaar afgestemd. Tegen 2039 moeten alle lidstaten zorgen voor de uitrol van tertiaire zuivering in alle grote installaties met 150 000 inwoners, en meer, en tegen 2045 in installaties met 10 000 inwoners, en meer. Quaternaire zuivering zal verplicht zijn voor alle installaties van meer dan 10 000 inwoners tegen 2045. De Raad en het Parlement bepalen ook tussentijdse streefcijfers: 2033 en 2036 voor tertiaire zuivering en 2033 en 2039 voor quartaire zuivering. 

Verder voeren de onderhandelaars een uitzondering in voor tertiaire zuivering: wanneer gezuiverd afvalwater hergebruikt wordt voor irrigatie in de landbouw, op voorwaarde dat er geen milieu- en gezondheidsrisico’s zijn.

Het principe ‘de vervuiler betaalt’

De nieuwe richtlijn zal voor het eerst het principe ‘de vervuiler betaalt’ toepassen in de watersector. De meest vervuilende producenten, de farmaceutische en cosmetische sector, zullen minstens 80% van de kosten van quaternaire behandeling voor hun rekening moeten nemen, aangevuld met nationale financiering. 

Energie en klimaatneutraliteit 

In het voorlopige compromis zijn de Raad en het Parlement het eens dat de stedelijke afvalwatersector de uitstoot van broeikasgassen moet verminderen, met als doel 100% hernieuwbare energie tegen 2045. Verwacht wordt dat stedelijke zuiveringsinstallaties tegen 2045 energie produceren uit hernieuwbare bronnen, gebaseerd op regelmatige energieaudits, met progressieve tussentijdse doelstellingen (20% in 2023, 40% in 2035, 70% in 2040). De medewetgevers beslissen dat energie zowel on- als off- site kan worden geproduceerd en dat tot 35% van niet-fossiele energie uit externe bronnen mag komen.

Volksgezondheid 

Met de nieuwe richtlijn zullen belangrijke gezondheidsgerelateerde parameters (zoals SARS-Covid en ziekteverwekkers) regelmatig in stedelijk afvalwater worden gemonitord, evenals chemische verontreinigende stoffen (zoals PFAS) en microplastics. Antimicrobiële resistentie zal ook worden gemonitord voor agglomeraties van 100 000 inwoners, en meer.

Volgende stappen

  • Het voorlopige akkoord zal nu eerst ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europees Parlement (ENVI-commissie) en de Raad (Coreper). Na goedkeuring moet de tekst nog formeel worden aangenomen door beide instellingen. 

  • Naar verwachting zal het voorlopige akkoord op 2 februari 2024 in Coreper I worden besproken.

Achtergrond

In oktober 2022 diende de Europese Commissie haar voorstel in om de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater te herzien, als onderdeel van de Europese Green Deal en het pakket nulvervuiling. De herziene richtlijn zal (a) de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu tegen schadelijke lozingen van stedelijk afvalwater versterken en (b) leiden tot schonere rivieren, meren, zeeën en grondwater in heel Europa. 

Tijdlijn:

  • Het Europees Parlement heeft zijn standpunt op 5 oktober 2023 bepaald.

  • De Raad heeft zijn onderhandelingsmandaat op 16 oktober 2023 aangenomen. 

  • De eerste triloog vond plaats op 21 november 2023. De tweede ronde vond plaats op 29 januari 2024 en eindigde in een voorlopig politiek akkoord. 

Bronnen, en meer lezen

Voorzitterschapgids