25 november 2025 - door Ina De Vlieger
De VN-klimaatconferentie in Belém (COP30) eindigde op 22 november met de goedkeuring van de Global Mutirão. Dat compromis houdt de 1,5°C-doelstelling levend, maar mist volgens vele delegaties – ook binnen de EU – ambitie.
Slotakkoord bevestigt urgentie van 1,5°C, maar bevat geen afspraken over uitfasering van fossiele brandstoffen
Nieuwe initiatieven: Belém Mission to 1.5 en Global Implementation Accelerator
Adaptatiefinanciering verdrievoudigd tegen 2035
Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra noemt het akkoord “een belangrijke stap vooruit”, maar erkent dat het eindresultaat “niet perfect” is. Het ontbreken van een afspraak over fossiele brandstoffen blijft een grote gemiste kans voor de EU.
Het slotakkoord, de Global Mutirão, bevestigt de dringende noodzaak om de opwarming te beperken tot maximaal 1,5°C. Tegelijk erkent het dat de huidige nationale klimaatplannen niet volstaan om dat doel te halen.
Een expliciete afspraak om het gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren werd echter niet opgenomen. Verschillende landen, waaronder Saoedi-Arabië en India, blokkeerden volgens EU-onderhandelaars elke verwijzing naar een fossiele exit.
Het akkoord roept landen op om ontwikkelingsstrategieën richting klimaatneutraliteit tegen 2050 op te stellen. Deze oproep is niet-bindend en laat aanzienlijke ruimte voor interpretatie.
COP30 lanceerde twee nieuwe, vrijwillige trajecten die landen moeten helpen om hun klimaatambities te verhogen en uit te voeren:
Belém Mission to 1.5: gericht op het aanscherpen van nationale klimaatdoelen, met de 1,5°C-limiet als globale leidraad.
Global Implementation Accelerator: Ondersteunt landen bij de praktische uitvoering van hun bestaande klimaatplannen.
Met betrekking tot klimaataanpassing bevestigde de COP het doel om de internationale adaptatiefinanciering tegen 2035 te verdrievoudigen. Voor veel kwetsbare landen is dit een minimumstap, maar wel een noodzakelijke.
Daarnaast benadrukt de Global Mutirão de rol van lokale en regionale overheden in de uitvoering van klimaatbeleid — een punt dat door het Europees Comité van de Regio’s sterk wordt ondersteund.
Voor Vlaams Europarlementslid Sara Matthieu (Groenen/EVA) toont de top vooral aan dat Europa zijn internationale slagkracht moet versterken. Volgens haar moet de EU “veel actiever bondgenoten zoeken om van de volgende klimaattop een succes te maken”. Ze benadrukt dat meer klimaatdiplomatie cruciaal is om opnieuw bredere internationale steun voor de klimaatdoelstellingen te verzamelen.
Daarnaast sloot België zich in Belém aan bij het initiatief van Colombia en Nederland om verder te werken aan een geleidelijke uitstap uit fossiele brandstoffen. De betrokken landen komen eind april 2026 samen in Colombia om dit traject te concretiseren. De federale minister van Klimaat, Jean-Luc Crucke (Les Engagés), was aanwezig in Belém en noemt dit initiatief “realistisch, economisch en strategisch”. Volgens hem biedt deze aanpak een pragmatische manier om de mondiale energietransitie opnieuw vooruit te helpen.
De EU wil de uitkomsten van COP30 vertalen naar:
een versterking van haar diplomatieke klimaatallianties richting de onderhandelingen van 2026;
de voorbereiding van nieuwe of aangescherpte nationale klimaatplannen die in lijn liggen met de 1,5°C-doelstelling;
verdere inzet op adaptatiefinanciering en de betrokkenheid van regio’s en steden.
Daarnaast kijkt Europa naar de internationale conferentie over de energietransitie in april 2026 als een mogelijk nieuw momentum om fossiele brandstoffen opnieuw op de internationale agenda te krijgen.
COP30 vond plaats in Belém (Brazilië) en bracht bijna 200 landen samen. Het akkoord bouwt verder op het Parijsakkoord (2015), dat landen verplicht om de mondiale temperatuurstijging te beperken tot maximaal 1,5°C. De geopolitieke context – waaronder de afwezigheid van de Verenigde Staten – beïnvloedde ook dit jaar de onderhandelingen.
Officieel COP30-akkoord: tekst van de Global Mutirão, zie bijlage
Lees de teksten die het finale COP30 akkoord vormen