15 mei 2025 - door Hazel Tyssen
Op dinsdag 13 mei 2025 keurde de Raad zijn algemene oriëntatie goed op het voorstel voor een richtlijn over de btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de btw op import. Doel is de btw-inning te vereenvoudigen voor de miljoenen pakketten van lage waarde die dagelijks de EU binnenkomen.
De btw op import van kleine zendingen wordt vanaf nu betaald door de leverancier in plaats van de klant
De richtlijn focust op maatregelen om het gebruik van het éénloketsysteem voor invoer (IOSS) te stimuleren.
De afschaffing van de douanevrijstelling voor zendingen onder 150 euro valt buiten deze richtlijn en wordt behandeld binnen de bredere douanehervorming.
De explosieve groei van e-commerce tussen derde landen en de EU heeft geleid tot specifieke btw- en douaneregels voor ingevoerde pakketten. In grote lijnen geldt vandaag het volgende systeem: op alle commerciële goederen die in de EU worden ingevoerd, moet btw worden betaald, ongeacht de waarde van de zending. Douanerechten zijn voorlopig enkel verschuldigd op zendingen met een waarde boven de 150 euro.
Voor zendingen onder deze grens zijn dus enkel btw-verplichtingen van kracht. Om de btw-inning op deze kleine zendingen te vereenvoudigen, werd in 2021 het Import One Stop Shop (IOSS) ingevoerd: een vrijwillig éénloketsysteem voor invoer.
Dit systeem maakt het mogelijk voor handelaren om:
zich slechts één keer te registreren voor btw-doeleinden, in één EU-lidstaat, zelfs als zij goederen verkopen aan consumenten in meerdere andere lidstaten;
btw over hun verkopen vooraf te innen op het moment van aankoop door de consument, waardoor er bij invoer geen btw meer geïnd hoeft te worden.
Hierdoor zijn lidstaten zekerder van het innen van de verschuldigde btw en wordt de naleving van de btw-regels op import versterkt. Tegelijk verloopt de afhandeling van zendingen aan de grens sneller, terwijl de administratieve lasten voor zowel de douaneautoriteiten als de consumenten aanzienlijk worden verlicht.
Voor zendingen met een waarde boven de 150 euro is het IOSS niet van toepassing. In dat geval zijn zowel btw als douanerechten verschuldigd, en moet de btw bij invoer aan de grens worden betaald.
Het Import One Stop Shop (IOSS) systeem heeft zich succesvol bewezen bij het vereenvoudigen van de btw-inning op kleine zendingen. Door de sterke groei van invoer, en onder impuls van het Belgisch voorzitterschap van 2024, wil de Raad het gebruik van IOSS verder stimuleren.
Dat doet het voornamelijk door de voorwaarden voor invoerders die geen gebruik maken van IOSS aan te scherpen. Onder het voorstel vallen een aantal nieuwe maatregelen:
Handelaren die geen gebruikmaken van het IOSS moeten btw betalen op import én verkoop in elke EU-lidstaat waar hun pakketjes naartoe gaan. Ze moeten zich dus in elk van die landen apart registreren.
Bij online verkopen van buiten de EU is de leverancier verantwoordelijk voor het betalen van de btw bij import.
Niet-EU leveranciers moeten een fiscaal vertegenwoordiger aanstellen in de lidstaat van invoer, tenzij er een samenwerkingsovereenkomst bestaat tussen de EU en het betrokken land.
> de 150 euro drempel wordt in deze richtlijn niet aangepast
De Raad heeft besloten om de 150 euro drempel pas later bij de onderhandelingen over de douanehervorming te bespreken. De huidige richtlijn richt zich alleen op het stimuleren van het IOSS. Hierdoor is het voorstel van de Raad minder vergaand dan dat van de Commissie in mei 2023.
> er komt geen verplichte IOSS-registratie
De lidstaten vinden dergelijke verplichting lastig af te dwingen bij leveranciers buiten de EU. Ook in het pakket BTW in het digitaal tijdperk van 11 maart 2025 kwam die verplichting er niet door.
De richtlijn over de btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en de btw op import volgt een speciale wetgevingsprocedure. Concreet is er binnen de Raad unanimiteit nodig. Is de Raad het eens, dan kan het Europees Parlement een advies uitschrijven. Vervolgens moet de tekst nog formeel worden goedgekeurd door de Raad. Eens dat gebeurd is, verschijnt de richtlijn in het EU-Publicatieblad. Lidstaten krijgen tot en met 30 juni 2028 om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.
Door de opmars van e-commerce, strengere normen en geopolitieke druk is een hervorming van de douane-unie nodig. Op 17 mei 2023 stelde de Commissie drie wetsvoorstellen voor, waaronder de richtlijn van de Raad wat betreft de btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en btw op import.
3 pijlers van de douanehervorming
> Een nieuw partnerschap met bedrijven:
De EU Customs Data Hub wordt de centrale digitale toegangspoort voor alle douane-informatie. Bedrijven leveren hun gegevens één keer aan, via één portaal. De meest betrouwbare bedrijven (Trust & Check-traders) kunnen goederen invoeren zonder actieve douanecontrole. Zo wordt handel efficiënter, zonder in te boeten op veiligheid of fraudebestrijding.
> Slimmere douanecontroles:
Dankzij de EU Customs Data Hub krijgen douaneautoriteiten een volledig overzicht van productie- en toeleveringsketens die de EU binnenkomen. Met behulp van AI en real-time data worden risico’s sneller gedetecteerd en aangepakt, met focus op illegale of onveilige goederen. Een nieuwe EU Customs Authority zal lidstaten bijstaan om coördinatie en risicobeheer op EU-niveau te versterken.
> Moderne aanpak van e-commerce
Online platforms worden zelf verantwoordelijk voor de douaneafhandeling in plaats van de consument. De invoerders zorgen ervoor dat douanerechten en btw op import worden betaald, wat onverwachte kosten en extra papierwerk bij levering voorkomt. De hervorming schrapt ook de douanevrijstelling voor aankopen onder €150 en voert een nieuw tariefsysteem in voor zendingen van lage waarde met vier categorieën.
Op 5 februari presenteerde de Commissie ook een breder voorstel om invoer via online handel veiliger en duurzamer te maken. Meer hierover lees je hier.