Erasmus+ onderwijs en opleiding: Kleinschalige partnerschappen

Deadline

05 maart 2025

Inleiding

Kleinschalige partnerschappen zijn ontworpen om de toegang tot het programma te verruimen naar moeilijk bereikbare kleinschalige organisaties op het gebied van schoolonderwijs, volwasseneneducatie en beroepsonderwijs en -opleiding. (In het domein ‘hoger onderwijs’ is dit projecttype niet mogelijk.)

Met lagere subsidiebedragen voor organisaties, een kortere looptijd en eenvoudigere administratieve vereisten dan bij samenwerkingspartnerschappen is deze actie bedoeld om basisorganisaties, minder ervaren organisaties en nieuwkomers in het programma te bereiken en de belemmeringen voor de toegang tot het programma te beperken voor organisaties met een beperktere organisatorische capaciteit.

Deze actie ondersteunt flexibele activiteitsvormen – waarbij activiteiten met een transnationaal en activiteiten met een nationaal karakter, zij het met een Europese dimensie, worden gecombineerd.

Budget

Voor de kleinschalige partnerschappen die een duurtijd hebben van minimaal 6 en maximaal 24 maanden, is een projectfinanciering voorzien van €30.000 of €60.000.

In de projectaanvraag moet je aangeven welke van deze twee vaste bedragen je vraagt van Erasmus+ rekening houdend met de activiteiten die je wil ondernemen en de resultaten die je daarbij nastreeft.

Alle activiteiten moeten plaatsvinden in de landen van de betrokken organisaties. Indien verantwoord kunnen activiteiten ook plaatsvinden in zetels van de Europese Unie, zelfs indien het land waar de zetel gevestigd is niet tot de projectlanden behoort.

Doelstellingen

  • Nieuwkomers, minder ervaren organisaties en kleinschalige actoren aantrekken en hun toegang tot het programma verruimen. Deze partnerschappen moeten organisaties op weg helpen naar samenwerking op Europees niveau.

  • De inclusie van kansarme doelgroepen ondersteunen

  • Actief Europees burgerschap ondersteunen en de Europese dimensie naar het lokale niveau brengen

 Voorts gelden de hoofddoelstellingen van samenwerkingspartnerschappen ook voor kleinschalige partnerschappen, in verhouding tot de omvang en het volume van elk project:

  • de kwaliteit van het werk en de praktijken van betrokken organisaties en instellingen vergroten en ze openstellen voor nieuwe actoren die niet van nature binnen één sector vallen;

  • de capaciteit van organisaties vergroten om transnationaal en sectoroverschrijdend te werken;

  • gemeenschappelijke behoeften en prioriteiten aanpakken op het gebied van onderwijs en vorming;

  • transformatie en verandering mogelijk maken (op individueel, organisatie- of sectorniveau), om zo het pad te effenen voor verbeteringen, in verhouding tot de context van elke organisatie.

Begunstigden

Elke publieke of particuliere organisatie die gevestigd is in een programmaland kan deelnemen aan een kleinschalig partnerschap.

Afhankelijk van de projectdoelstellingen en -prioriteit komt het erop aan de meest geschikte en uiteenlopende partners te betrekken bij kleinschalige partnerschappen met het doel de verschillende ervaringen, profielen en specifieke deskundigheid optimaal te benutten.

Een kleinschalig partnerschap heeft een transnationale opzet, wat betekent dat er minstens twee organisaties uit twee verschillende programmalanden bij betrokken zijn. Alle organisaties die partner zijn in het project moeten geïdentificeerd zijn in de projectaanvraag.

Elke deelnemende organisatie kan een projectaanvraag indienen. Ze doet dit namens alle deelnemende organisaties die bij het project betrokken zijn.

Info & contact

De aanvraag gebeurt door één van de partners, die de projectaanvraag doet namens alle deelnemende organisaties.

Het aanvraagformulier moet ingevuld worden in de taal die binnen het project zal gebruikt worden. Je moet er immers rekening mee houden dat de projectaanvraag alle deelnemende partners bindt en niet enkel moet begrepen worden door de aanvragende organisatie.

De aanvraag voor een kleinschalig partnerschap (code: KA210-SCH / KA210-VET / KA210-ADU) gebeurt via het Erasmus+ and European Solidarity Corps Platform (EESCP). Je vindt het aanvraagformulier voor kleinschalige partnerschappen (small scale partnerships) bij ‘Opportunities’.

Je vindt alle informatie én ondersteuning terug op de website van EPOS.

Erasmus+ Onderwijs en Opleiding

Inleiding

Het Erasmus+ programma beoogt de educatieve, beroeps- en persoonlijke ontwikkeling van personen in onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport te ondersteunen en hiermee bij te dragen aan duurzame groei, hoogwaardige werkgelegenheid en sociale samenhang. Daarnaast moet het innovatie stimuleren en de Europese identiteit en actief burgerschap versterken.

Meer specifiek richt het programma onderwijs zich op de bevordering van de leermobiliteit van individuele personen en groepen, evenals samenwerking, kwaliteit, inclusie en rechtvaardigheid, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding

Acties

Kernprioriteit 1:

  • mobiliteit van studenten en personeel in het hoger onderwijs

  • mobiliteit van leerlingen en personeel in het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding

  • mobiliteit van scholieren en personeel

  • mobiliteit van lerenden en personeel in de volwasseneneducatie

  • mogelijkheden om talen te leren, met inbegrip van de activiteiten ter ondersteuning van de mobiliteit

Kernprioriteit 2 :

  • partnerschappen voor samenwerking en uitwisseling van praktijken, met inbegrip van kleinschalige partnerschappen ter bevordering van een bredere en meer inclusieve toegang tot het programma

  • partnerschappen voor excellentie, met name Europese universiteiten, centra voor beroepsonderwijs en gezamenlijke masteropleidingen

  • partnerschappen voor innovatie ter versterking van het innovatievermogen van Europa

  • onlineplatforms en -instrumenten voor virtuele samenwerking, met inbegrip van de ondersteunende diensten voor eTwinning en voor EPALE, het elektronische platform voor volwasseneneducatie in Europa

De acties in het vet en cursief worden beheerd door EPOS, de andere worden rechtstreeks ingediend bij EACEA.

Kernprioriteit 3

  • de opstelling en uitvoering van de algemene en sectorale beleidsagenda's van de Unie op het gebied van onderwijs en opleiding, onder meer met steun van het Eurydice-netwerk of de activiteiten van andere relevante organisaties

  • de ondersteuning van instrumenten en maatregelen van de Unie die de kwaliteit, de transparantie en de erkenning van competenties, vaardigheden en kwalificaties bevorderen

  • de beleidsdialoog en de samenwerking met de belangrijkste belanghebbenden, waaronder EU-wijde netwerken, Europese niet-gouvernementele organisaties en internationale organisaties op het gebied van onderwijs en opleiding

  • maatregelen die bijdragen tot de kwalitatieve en inclusieve uitvoering van het programma

  • de samenwerking met andere instrumenten van de Unie en de ondersteuning van ander beleid van de Unie

  • verspreidings- en bewustmakingsactiviteiten over de Europese beleidsresultaten en -prioriteiten, alsook over het programma

Jean Monnet-acties

Het programma ondersteunt het onderwijs, het leren, het onderzoek en de debatten over de Europese integratie door middel van de volgende acties:

  • Jean Monnet-activiteiten op het gebied van het hoger onderwijs;

  • Jean Monnet-activiteiten op andere onderwijs- en opleidingsgebieden;

  • steun voor de volgende instellingen die een doelstelling van Europees belang nastreven: het Europees Universitair Instituut in Florence, met inbegrip van de School voor transnationale governance; het Europacollege (Brugge en Natolin-campussen); het Europees Instituut voor bestuurskunde in Maastricht; de Academie voor Europees recht in Trier; het Europees Agentschap voor bijzondere behoeften en inclusief onderwijs in Odense en het Internationaal Centrum voor Europese opleiding in Nice.

Doelstellingen

De leermobiliteit van individuen bevorderen, evenals samenwerking, inclusie, uitmuntendheid, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding.

Goed om weten

  • Projecttype: Implementatie, internationale samenwerking, netwerkvorming

  • Europese partners nodig? Ja, in veel gevallen is Europese samenwerking nodig om in aanmerking te komen voor subsidie

  • Toepasselijke (EU) wetgeving: Verordening (EU) 2021/817 inzake de vaststelling van het Erasmus+ programma

Synergieën

  • Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen),

  • het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+)

  • de Europese fondsen voor regionale ontwikkeling (EFRO)

  • Creative Europe

  • Horizon Europe

  • Digital Europe

Budget

Budget 2021-2027: Het totale budget voor Erasmus+ is 26,2 miljard euro, waarvan 83% voorzien is voor onderwijsgerelateerde activiteiten.

Begunstigden

  • Individuele
  • Internationale Organisaties
  • Kmo's
  • Koepelorganisaties
  • Lokale overheid
  • Ngo
  • Non-profit organisaties
  • Onderzoeksinstellingen
  • Private ondernemingen,
  • Publieke ondernemingen
  • Regionale of bovenlokale overheden
  • Scholen
  • Universiteit

Thema's

  • Digitale agenda
  • Energie en klimaat
  • Justitie en burgerschap
  • EU-uitbreiding/buitenlandse acties
  • Milieu
  • Onderwijs
  • Cultuur en media
  • Onderzoek en innovatie
  • Sociale bescherming
  • Onderwijs, jeugd, cultuur en sport

Info & contact

Naar Programma pagina