20 december 2024 - door Liese Dewilde
VLEVA bevroeg al diens leden over de Europese prioriteiten uit de politieke beleidslijnen van Von der Leyen, onderverdeeld in 7 pijlers. Per pijler kregen de VLEVA-leden uitleg over de inhoud van de Europese prioriteiten, een overzicht van aangekondigde initiatieven en andere achtergrondinformatie. Ze kregen volgende vragen voorgeschoteld: “Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?”
16 VLEVA-leden, uit verschillende hoeken van het Vlaamse middenveld, deelden hun visie op de politieke beleidslijnen van von der Leyen. Elk van de leden ziet en ervaart specifieke opportuniteiten en struikelblokken, eigen aan zijn sector en achterban. In deze blog lees je een analyse van veelvoorkomende insteken.
Benieuwd naar de volledige visie van de VLEVA-leden op de Europese uitdagingen van de toekomst?
Ontdek hier het volledige rapport
Deze bevraging kaderde in de organisatie van het Groot Vlaams Europadebat. Op 5 november vond namelijk de derde editie plaats van dit Groot Vlaamse Europadebat, een co-organisatie van het Vlaams Parlement en VLEVA. Enkele VLEVA-leden stelden daar belangrijke EU-kwesties voor die van belang zijn voor hun sector en achterban. Vervolgens reageerden Vlaamse en Europese beleidsmakers met hun visie. Wat moet Europa volgens hen (meer) doen of laten?
Volgens Von der Leyen heeft de EU een nieuw welvaartsplan nodig met verschillende aandachtspunten:
Ondernemen makkelijker maken en de interne markt verdiepen (o.a. interne markt voltooien, nieuwe benadering van mededingingsbeleid, snelheid, samenhang en vereenvoudiging, kmo-toets, stresstests enz.)
Een Clean Industrial Deal (concurrerende industrieën, Industrial Decarbonisation Accelerator Act, verlagen van energiekosten, duurzame mobiliteit enz.)
Een meer circulaire en veerkrachtige economie (o.a. Wet Circulaire Economie, nieuw pakket voor chemische industrie, veerkrachtige gezondheids- en farmaceutische sector)
Investeren in onze duurzame concurrentiekracht (o.a. voltooiing van kapitaalmarktenunie, herziening richtlijn overheidsopdrachten, nieuw Europees fonds voor concurrentievermogen, nieuwe en versterkte begroting enz.)
Onderzoek en innovatie centraal in onze economie (o.a. onderzoeksuitgaven verhogen, nieuwe Europese Biotech Act, beter onderzoeksklimaat enz.)
Productiviteit verhogen door digitale technologie te verspreiden (o.a. investeren in de volgende golf van speerpunttechnologieën, aanpak uitdagingen met e-commerce platformen, potentieel van gegevens benutten, AI-innovatie enz.)
Vaardigheidskloof en tekorten op de arbeidsmarkt aanpakken (o.a. ambitie en actie voor alle vaardigheidsniveaus en voor alle soorten opleiding en onderwijs, een Unie van Vaardigheden enz.)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Hoge energie- en grondstofprijzen, (ongelijke) internationale concurrentie, hoge regeldruk en inconsistentie van regels, vergunningsproblematiek enzovoort, fnuiken momenteel de internationale concurrentiepositie van Europa. De uitdrukkelijke nadruk van Von der Leyen op duurzame welvaart en het Europese concurrentievermogen valt daarom in zeer goede aarde bij het Vlaamse middenveld. Uiteraard worden vanuit elke sector andere nuances gelegd en specifieke aandachtspunten benoemd.
Het Vlaamse middenveld is het erover eens dat ondernemen eenvoudiger gemaakt moet worden. Administratieve lasten voor bedrijven en lokale besturen moeten verminderen, zonder afbreuk te doen aan de onderliggende doelstellingen en beschermingsmechanismen. Ook betere regelgeving is essentieel: met een holistische kijk en focus op coherentie. Dit moet bovendien een efficiënte vergunningverlening garanderen. Een kmo-test en competitiviteitscheck kunnen nuttige instrumenten zijn om de principes van snelheid, vereenvoudiging en samenhang na te streven in nieuwe wetgeving. Tot slot is er ook nood aan meer flexibiliteit bij de implementatie van EU-regelgeving, om rekening te kunnen houden met regionale bijzonderheden.
Europa heeft bovendien nood aan een krachtdadig Europees industrieel beleid. De Clean Industrial Deal moet een gespierd beleidsinstrument worden om investeringen aan te trekken, jobs te behouden en meer strategische autonomie uit te bouwen. Ook moet voldoende aandacht gaan naar een verhoging van de productiviteit, in lijn met het Draghi-rapport. Deze ambitieuze Clean Industrial Deal moet gebaseerd worden op de Antwerp Declaration.
Ook andere dan de typisch industriële sectoren benadrukken het belang van groei en competitiviteit van hun sector, in lijn met het Draghi-rapport. Denk maar aan de bouwsector, havens en luchthavens.
Verder is waken over een gelijk speelveld cruciaal voor onze Europese competitiviteit. Het sociaal recht (bijvoorbeeld misbruik van de inzet van werknemers met lagere loonkosten en minder rechten en slechtere arbeidsvoorwaarden) kan een voedingsbodem zijn van oneerlijke concurrentie. Hetzelfde geldt voor de toenemende concurrentie van bedrijven uit derde landen die genieten van staatssubsidies. De mogelijkheden voor het beschermen tegen oneerlijke concurrentie moeten uitgebreid worden (bv. in de dienstensector). Bovendien zorgen de versoepelingen van de staatssteunregels voor een ongelijk speelveld binnen de Europese markt.
Het Vlaamse middenveld vraagt ook aandacht voor de verdieping van de interne markt. Actuele belemmeringen en versnippering van de interne markt tasten de concurrentiepositie en groei van bedrijven aan.
Essentieel voor groei en productiviteit, is het ter beschikking hebben van voldoende en geschikte arbeidskrachten. Dit faciliteren moet daarom een topprioriteit zijn. Het is een uitdaging, maar tegelijk biedt de focus op competitiviteit en de industrie wel kansen qua tewerkstelling, met een multiplicator-effect op de rest van de economie.
Tot slot is het cruciaal om in te zetten op een Europese Research and Innovation Union: meer middelen, minder versnippering, meer samenwerking en een missiegedreven aanpak voor onderzoek en infrastructuur. Ook het belang van de implementatie van innovatie mag niet onderschat worden voor onze concurrentiekracht. Net door drempels weg te werken voor technologie en innovatie dragen we bij aan de ambities voor duurzame welvaart en concurrentievermogen. We moeten ook het potentieel van de exponentieel toegenomen hoeveelheden gegevens (data) benutten. Data en analyses moeten beschikbaar en interpreteerbaar gemaakt worden voor noodgedreven toepassingen.
Als rode draad doorheen deze competitiviteits-elementen, zien we de visie dat de groeiagenda compatibel moet zijn met de groene agenda. Er moet standvastig verder gewerkt worden aan de groene transitie. Dit biedt niet alleen de nodige rechtszekerheid, maar voldoende én hoge ambitie is nodig om vooruitgang te blijven boeken. Europa kan haar welvaart verankeren en versterken door te streven naar onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen en in te zetten op circulaire economie (materiaalstromen en watergebruik).
De aangehaalde problematieken hierboven staan het momenteel in de weg om de business case te creëren om substantiële transitie-investeringen te doen. Een faciliterende Europese investeringsagenda is noodzakelijk. Daarnaast is er onvoldoende publieke financiering en worden die publieke middelen gekenmerkt door fragmentatie en versnippering. Bovendien is er nood aan administratieve vereenvoudiging voor Europese projectsubsidies.
Von der Leyen spreekt over een nieuw tijdperk voor Europese defensie en veiligheid. Dat omvat verschillende componenten:
De Europese defensie-Unie tot leven brengen (o.a. meer uitgeven, beter uitgeven en samen uitgeven, versterking van partnerschappen enz.)
Een Unie van Paraatheid (o.a. cyberdefensiecapaciteit, geïntegreerde afschrikking, strategische aanpak van sancties enz.)
Een veiliger en beter beveiligd Europa (o.a. georganiseerde misdaad aanpakken (online en offline), nieuwe Europese interne veiligheidsstrategie, bredere EU-havenstrategie, nieuw kritisch communicatiesysteem voor overheidsinstanties die belast zijn met veiligheid enz.)
Sterkere gemeenschappelijke grenzen (o.a. volledig functioneel digitaal grensbeheer, voorkomen van illegale grensoversteken, geïntegreerde aanpak van het grensbeheer enz.)
Een billijke en daadkrachtige aanpak van migratie (o.a. migratie- en asielpact uitvoeren, eerlijke en standvastige aanpak inzake terugkeer, respect voor mensenrechten enz.)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Met het oog op verhoogde defensie-inspanningen, is er nood aan een geïntegreerde Europese aanpak. Een versnipperde aanpak en versnipperde middelen zouden inefficiëntie met zich meebrengen. Europese samenwerking is de enige mogelijke oplossing. Dit geldt zowel voor de uitbouw van onze industriële capaciteit als voor kennisopbouw.
De ambitie van een veiliger Europa moet ruim bekeken worden.
Onze kritieke infrastructuur moet beschermd worden. Zo moet de Europese havenstrategie bijvoorbeeld de cruciale rol van havens met betrekking tot de weerbaarheid van Europa erkennen en ondersteunen.
Sterkere gemeenschappelijke grenzen vergen efficiënte grenscontroles op internationale toegangspoorten zoals bijvoorbeeld luchthavens.
Instaan voor onze eigen strategische voedselvoorziening is een cruciaal aspect van veiligheid en weerbaarheid.
Er moet aandacht zijn voor kennisveiligheid en onderzoeksinstellingen. Onderwijsinstellingen kunnen hierin ondersteund worden door een kennisveiligheidsloket.
Inzetten op defensie en veiligheid kan tewerkstelling en regionale ontwikkeling teweegbrengen.
Ook deze pijler omvat verschillende aandachtspunten:
Sociale rechtvaardigheid in de moderne economie (o.a. nieuw actieplan voor de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten, rechtvaardige transitie, nieuw pact voor de Europese sociale dialoog, armoedebestrijding, betaalbare huisvesting enz.)
Onze samenlevingen herenigen, onze jongeren ondersteunen (o.a. Commissaris voor rechtvaardigheid tussen generaties, Jongerenadviesraad, geestelijke gezondheid van jeugd beschermen, effecten van sociale media onderzoeken, actieplan tegen cyberpesten, versterking Erasmus+ enz.)
Een Unie van Gelijkheid (o.a. antiracismestrategie, nieuwe strategie voor gendergelijkheid, strategie voor LGBTIQ-gelijkheid, routekaart voor vrouwenrechten enz.)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Sociale rechtvaardigheid omvat verschillende aandachtspunten:
Overleg met betrokken sectoren en actoren is van belang om een sociaal beleid te voeren.
Het is essentieel om lokale en bovenlokale overheden te betrekken bij alle fasen van de Europese programma cycli. De lokale besturen zijn ook terecht essentiële partners voor de uitwerking en totstandkoming van cohesiebeleid.
De groene transitie moet een rechtvaardige transitie zijn. De groene transitie biedt kansen om ongelijkheden te verminderen.
Toegankelijkheid van hoger onderwijs en de versterking van Erasmus+ dragen bij aan inclusie.
Respect voor mensenrechten moet een basisvoorwaarde voor onderzoekssamenwerkingen zijn.
Betaalbare huisvesting is een uitdaging waar terecht Europese aandacht naar gaat.
De belangrijkste elementen wat betreft voedselzekerheid, water en natuur zijn:
Landbouw als essentieel onderdeel van onze Europese manier van leven (o.a. visie op Landbouw en Voedsel, eerlijk en toereikend loon voor boeren, concurrentievermogen van onze hele voedselwaardeketen versterken enz.)
Blauwe economie ondersteunen (o.a. Europees Oceanenpact)
Focus op het beschermen van onze natuurlijke wereld (stimuleringsmaatregelen voor een rechtvaardige en efficiënte uitvoering van internationale verplichtingen rond biodiversiteit)
Klimaatadaptatie, - paraatheid en -solidariteit (o.a. Europees klimaataanpassingsplan, Europese strategie voor waterweerbaarheid (EU Blue Deal), mechanisme voor civiele bescherming enz.)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Het Vlaamse middenveld ondersteunt de ambities van de Europese Green Deal en werkt mee aan de duurzame omslag. Specifieke aandacht gaat uit naar een Europese strategie voor waterweerbaarheid die gericht is op o.a. duurzaam en circulair watergebruik, waterefficiëntie, watergerelateerde risico’s en de versterking van de Europese waterindustrie. Zo’n plan is absoluut nodig om toekomstgericht te investeren in een échte aanpak van onderliggende oorzaken. Concreet betekent dat een opschaling van de Vlaamse Blue Deal naar een Europese Blue Deal, waarbij Europa voorziet in de nodige budgetten en financieringsinstrumenten. De land- en tuinbouwsector kan alvast een belangrijke partner zijn voor dat plan. Het Vlaamse middenveld pleit voor een ambitieus Europees waterbeleid, maar onderstreept ook de eigen Vlaamse socio-economische draagkracht om die ambitieuze doelstellingen te halen.
Hoewel VLEVA-leden de Europese klimaat- en energiedoelstellingen ondersteunen, hebben ze wel enkele bezorgdheden. Zo houdt de “one size fits all”-aanpak van Europese milieu- en klimaatwetgeving onvoldoende rekening met de eigenheid van Vlaanderen als kleine, dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde regio. Het Vlaamse middenveld ervaart een zogenaamde Europese systeemfout waarbij Europa wetgeving invoert voor alle EU-lidstaten, ongeacht hun omvang of bevolkingsdichtheid. Doelstellingen zouden in functie van regionale realiteiten moeten worden opgesteld: de nieuwe initiatieven onder de Europese Green Deal bijvoorbeeld moeten ruimte bieden voor afwijkende bepalingen op maat van dichtbevolkte, geïndustrialiseerde regio’s zoals Vlaanderen. Omwille van de beperkte ruimte in Vlaanderen moet er plaats worden gemaakt voor maatwerk. Wat betreft landbouw verdient de unieke situatie van Vlaanderen in het vruchtbare deltagebied meer Europese aandacht.
Daarnaast is er nood aan focus op haalbare en coherente implementatie van Europese milieu- en klimaatwetgeving. Volgens het Vlaamse middenveld moet Europa een meer faciliterend beleid voeren i.p.v. een restrictief beleid te hanteren en onhaalbare doelstellingen neer te zetten. Koppelkansen met andere doelstellingen dienen maximaal in rekening gebracht te worden en tegenstrijdigheden moeten vermeden worden. Voor de bouwsector en werkgeversorganisaties bijvoorbeeld is samenhang in de wetgeving essentieel om conflicten en een vergunningenstop te vermijden. Tot slot moeten er bij elke doelstelling afwegingen en keuzes worden gemaakt om tot een evenwichtige balans te komen met de vele andere maatschappelijke uitdagingen. In dat opzicht moet Europa zich de vraag stellen of de doelstellingen voor iedereen wel haalbaar zijn, ook voor wie weinig middelen heeft.
Verder moet Europa in het kader van klimaatadaptatie- en mitigatie blijven inzetten op onderzoek. Innovatie en onderzoek leveren namelijk cruciale sleutels voor een oplossingsgerichte klimaataanpak. Op vlak van klimaatadaptatie beschikt Vlaanderen over heel wat tools, maar Europese samenwerking ontbreekt nog.
De socialprofitsector vraagt specifieke aandacht voor de kosten van onze gezondheid en gezondheidszorg die onlosmakelijk verbonden zijn met landbouw en voedsel enerzijds en met milieubescherming en natuur anderzijds. In dat opzicht vormen wetenschappelijke inzichten de leidraad voor het EU-beleid.
Onder de vijfde pijler stelt Von der Leyen het volgende voor:
Onze democratie beschermen (o.a. Europees schild voor de democratie, Europees netwerk van factcheckers, opvoering van de digitale handhaving en de aanpak van deepfakes enz.)
De rechtsstaat versterken (o.a. handhaving, respect voor de rechtsstaat als absolute voorwaarde voor EU-fondsen, steun en bescherming voor onafhankelijke media en journalisten enz. )
De burger als spil van onze democratie (o.a. burgerparticipatie, Europese burgerpanels, samenwerking met maatschappelijke organisaties enz.)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Volgens het Vlaamse middenveld is een democratische gedragenheid van het beleid erg belangrijk om uitdagingen zoals klimaatverandering, geopolitieke spanningen en ontrafeling van multilaterale samenwerking aan te kunnen.
Respect voor de rechtsstaat en respect voor mensenrechten is cruciaal. Het moeten noodzakelijke voorwaarden zijn voor EU-fondsen.
In het kader van EU-onderzoeksprogramma’s zijn universiteiten vragende partij dat Europa inspanningen levert om het risico op mensenrechtenschendingen te beperken.
De 6de pijler van de politieke beleidslijnen van Von der Leyen gaat over de plaats van de EU op het wereldtoneel van geostrategische rivaliteiten, uitbreiding en de relatie met partners:
Oekraïne (blijven steunen, korte én lange termijn)
Uitbreiding als geopolitieke noodzaak (Unie voltooien, toetreden op basis van verdienste)
Een meer strategische benadering van onze buurt (o.a. focus op het Middellandse Zeegebied, actieve rol in het Midden-oosten enz.)
Een nieuw economisch buitenlands beleid (o.a. economische veiligheid bevorderen, assertiviteit, handel met wederkerigheid en gelijke concurrentievoorwaarden, creëren van langdurige en wederzijds voordelige partnerschappen enz.)
Multilateralisme opnieuw vormgeven in de wereld van vandaag (leidende rol in de hervorming van het internationale systeem)
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
De invloed van Europa in de wereld en het sluiten van partnerschappen omvat diverse aandachtspunten:
Europa moet positie behouden ten opzichte van de sterkste machtsblokken om economische welvaart en tewerkstelling te garanderen.
EU moet sectoren en economieën voorbereiden op eventuele EU-uitbreiding en toetreding van Oekraïne in het bijzonder.
Werk maken van een alomvattend EU-plan voor de wederopbouw van Gaza en Oekraïne.
EU moet blijven inzetten op vrije, eerlijke en duurzame handel. Bijvoorbeeld het Mercosur-akkoord als grote prioriteit. Maar onaanvaardbaar dat de EU ook meer en goedkopere import van land- en tuinbouwproducten toelaat vanuit Mercosur-landen.
Ondersteuning van de EU Agricultural Promotion Policy.
Niet geharmoniseerd veiligheids- en sanctiebeleid: hier moeten meer hefbomen naar het Europese niveau.
Versterkte werking van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en NASA-samenwerking.
De 7de pijler van Von der Leyen’s toekomstplannen focust op budgettaire en institutionele aspecten:
Een nieuwe begroting die past bij onze ambities (nood aan eenheid en flexibiliteit, snelheid en strategische focus in de uitgaven, nieuwe aanpak voor een moderne en versterkte EU-begroting)
Een ambitieuze hervormingsagenda voor Europa (Verdragswijzigingen om de goede werking van een grotere Unie te garanderen)
Constructieve samenwerking met het Europees Parlement
Met welke struikelblokken en opportuniteiten krijgt jouw organisatie te maken in verband met deze thema’s? Wat moet Europa (meer) doen en/of laten?
Het Vlaams middenveld omarmt Von der Leyens toekomstplannen wat betreft een nieuwe EU-begroting, maar er zijn ook een aantal bemerkingen:
Nood aan een nieuwe, moderne en versterkte EU-begroting vanuit een sterke Europese visie.
Meer middelen voor het industriële beleid betekent minder financiering van cohesiefondsen.
Middelen moeten gaan naar strategische investeringen met de meeste toegevoegde waarde voor de EU.
Begroting krijgt te weinig nieuwe middelen om in de hoge investeringsnoden te voorzien.
Nieuw MFK met voldoende middelen, betrokkenheid van lokale besturen, vereenvoudiging en relevante prioriteiten voor lokale besturen.
Met oog op een ambitieuze hervormingsagenda voor Europa kunnen verdragswijzigingen de Europese governance en het Europees buitenlands beleid versterken.
Bedankt aan alle VLEVA-leden die hun visie met ons deelden:
ACV - Algemeen Christelijk Vakverbond
Boerenbond - Beroepsorganisatie van én voor elke boer, tuinder en groenvoorziener in Vlaanderen en Oost-België
Brussels Airport Company - Eigenaar en uitbater van onze nationale luchthaven
Embuild Vlaanderen - Beroepsorganisatie voor de bouwsector in Vlaanderen
essenscia Vlaanderen - Regionale afdeling van de Belgische sectorfederatie van de chemische industrie en de life sciences
ILVO Vlaanderen - Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek
Port of Antwerp-Bruges
UNIZO - Unie van Zelfstandige Ondernemers
Verso - Intersectorale werkgeversorganisatie voor de socialprofitsector in Vlaanderen
VITO - Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
VLAM - Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing
VLIR - Vlaamse Universitaire Raad
VMM - Vlaamse Milieumaatschappij
Voka - Vlaams netwerk van ondernemingen
VVP - Vereniging Vlaamse Provincies
VVSG - Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten
Ontdek de volledige visie van deze 16 VLEVA-leden op de Europese uitdagingen van de toekomst.